Een woordvoerder van de familie maakte het nieuws van haar dood pas een week later wereldkundig.
Theaterdier
Helmond werd op 5 juli 1929 geboren in Galveston Texas, waar ze opgroeide en al jong een passie voor het theater ontwikkelde. Ze beleefde haar toneeldebuut in 1955 in het stuk As you like it en zat daarna nooit lang om werk verlegen. Tijdens een theatertournee werd ze ontdekt door talentscouts in Los Angeles en kreeg ze de kans in films en tv-series te acteren.
Soap
In de jaren 70 groeide ze uit tot een bekend gezicht in menig huiskamer door een lange reeks aan tv-rollen. Het succes begon in 1972 met een rolletje in de langlopende western Gunsmoke, maar Helmond bleek thuis in vrijwel ieder genre. Zo maakte ze haar opwachting in series als Mannix, Barnaby Jones, de Love boat en Bionic woman. Het echte succes kwam toen ze in 1977 de hoofdrol scoorde in Soap, een comedy over een soapserie. Katherine schitterde als de hilarisch onschuldige Jessica Tate.
De Baas in Huis
Maar in Nederland is Helmond vooral bekend door haar rol als Mona in de klassieke 80s comedyserie Who's the boss, hier destijds uitgezonden als De baas in huis. In haar rol als de mannenhongerige vamp Mona Robinson zette Helmond een onvergetelijk personage neer en ook achter de schermen was ze geliefd, zo vertelt acteur Tony Danza aan Deadline.com: "We hadden niemand beter kunnen treffen dan Katherine. Ze was een oude rot in het vak die altijd garant stond voor een lach."
Everybody loves Raymond
Katherine bleef lang na de pensioensgerechtigde leeftijd werken. Een hele nieuwe generatie comedyfans leerde de roodharige actrice kennen dankzij haar terugkerende gastrol in Everybody loves Raymond waarin ze de moeder van Ray's vrouw Debra speelde. Ook was ze met regelmaat te horen als stemactrice, zo sprak ze in de Cars films de stem van Lizzie in.
Alzheimer
Helmond leerde haar echtgenoot David Christian in het theater kennen. Ze trouwden in 1962 en bleven tot haar dood samen. In de laatste jaren van haar leven ging Helmond gebukt onder een vorm van dementie. Danza bezocht zijn oude collega geregeld en zag haar een maand voor haar dood voor het laatst: "Ik heb op de ukekele voor haar gespeeld en I go to pieces gezongen. Ik ga haar vreselijk missen."