Anton Jongstra was jarenlang de man achter het populaire Wie is de Mol? Met De Zeven Zeeën ontwikkelde hij zijn ideale avonturenspel. Aan welke vijf eisen moet een spelprogramma eigenlijk voldoen?
1. Afvallers
Anton Jongstra: „Aan het einde van elke aflevering is er altijd een exit nodig: iemand moet afvallen of er moet iemand dreigen af te vallen. Een programma als De Roze Wildernis van Arie Boomsma vond ik heel leuk, maar er ging nooit iemand weg. Het is belangrijk om een leuk systeem te ontwikkelen waarbij je toewerkt naar een vertrek. Bij Expeditie Robinson is het sociale aspect daarbij heel belangrijk: hoe asocialer je bent, hoe meer tegenstemmen je krijgt. Bij Wie Is de Mol? wordt er met quizvragen over wie de Mol is bepaald wie er afvalt. De zeven zeeën is een combinatie van die twee elementen: kennis en kunde tegenover populariteit.
2. Leuke spellen
„Spectaculaire spellen zijn heel erg belangrijk. Je moet als kijker denken: dat wil ik ook! Bij zo’n programma moeten de kandidaten dingen doen die je in het normale leven nooit zou doen. Bijvoorbeeld: iemand die is ontvoerd bevrijden, inbreken in een gebouw, lasergamen in een middeleeuws kasteel, maar ook een puzzel oplossen in een stad of overleven in de wildernis. Het moet voelen als een schoolreisje, dan krijg je er thuis op de bank ook zin in. Nee, opdrachten verzinnen is niet moeilijk. Ik draaide 14 seizoenen mee met Wie Is de Mol?, dus ik kan goed inschatten wat leuk is en wat niet. Je moet ervaring daarin niet onderschatten. Toen ik begon was ik helemaal niet zo creatief, maar dat leer je vanzelf.”
3. BN’ers
„Hoe graag ik ook anders zou willen, BN’ers zijn heel belangrijk in een spelprogramma. Het moet. Mensen willen zien hoe BN’ers in het echt zijn. Dat is een belangrijke trigger om te kijken. Bovendien zitten in veel van dit soort programma’s van die biechtmomenten voor de camera. Bij gewone mensen moet je maar afwachten of er wat zinnigs uitkomt op zo’n moment, bij BN’ers weet je zeker dat het goed komt. De Mol is trouwens begonnen met onbekende mensen, maar toen de populariteit van het programma na een paar seizoenen minder werd, zijn we door gegaan met BN’ers en sindsdien werden de kijkcijfers steeds hoger.”
4. Locatie, locatie, locatie
„Hoe meer verschillende locaties hoe beter. Variatie. En dat het buiten Nederland is, is belangrijk. Dat geldt alleen niet voor Wie is de Mol? Dat programma is zo populair dat wanneer ze het in Drenthe zouden opnemen er waarschijnlijk nog miljoenen kijken. Expeditie Robinson is natuurlijk leuk wat betreft locatie, maar ze zitten wel vast op dat eiland voor hun spellen. Met De Zeven Zeeën varen we op de Middellandse zee op een boot, maar we gaan ook vaak aan land op prachtige plekken dus als het op locatie gaat, zitten we sowieso goed. Dit seizoen wilden we het nog niet al te gek maken en zijn we in Europa gebleven, maar wie weet op welke exotische locaties we in de toekomst nog terecht gaan komen.”
5. Afzien
„In De Zeven Zeeën slapen de BN’ers met z’n drieën in een hut die nog te klein is voor 1 persoon met armoedig sanitair. Dat is leuk om thuis naar te kijken. En je zou misschien denken dat ze luxe zijn gewend, dat het volgevreten vedetten zijn die helemaal geen zin hebben in afzien, maar ze zien het allemaal als een avontuur. Ik wilde ze voor dit programma graag op een schip hebben. Daar zijn verschillende redenen voor: zo’n 100 jaar oud schip ziet er mooi uit op beeld, het is hard werken en afzien voor de kandidaten en het is –niet onbelangrijk- ook nog eens heel anders dan de Mol. Bovendien komt het een beetje overeen met het leven van een Greenpeace-actievoerder.”
De Zeven Zeeën
„De Zeven Zeeën is helemaal geworden zoals ik het wilde hebben. Ik ben ook nog eindredacteur van het programma, dus alle dingen die ik maanden geleden in m’n hoofd had, werden voor m’n ogen werkelijkheid. Dat zijn ongelooflijk mooie momenten. Wat ik ook goed gelukt vind, is het Greenpeace-element. We hebben een goed doel aan het programma weten te koppelen zonder dat het in de weg zit. Puur amusement mag niet meer bij de Publieke Omroep, maar je wilt toch dat de mensen blijven kijken en ik denk dat het een ongelooflijk leuk programma is geworden.”