Het was afzien in de jungle van Suriname. Deelnemers Bob de Jong, Robert Schoemacher, Tess Milne en Frieda Mulisch vertellen over hun ervaringen bij Atlas.
Presentatrice Tess Milne
„De familie van mijn beste vriend komt uit Suriname, dus ik had altijd al verhalen gehoord en wist dat je er heerlijk kon eten. Maar eerlijk gezegd dacht ik: waarom zou ik zo lang in het vliegtuig zitten om vervolgens Nederlands te praten? Ik had een veel te Hollands beeld bij het land. Nu denk ik: als je twijfelt, ga ernaar toe. Het is zo veel mooier en groener dan bij ons. En het ritme van het leven is er zo anders.
De mensen zijn open en uitnodigend. We hebben een keer midden in de jungle overnacht in een dorpje waar ze niks hebben. Maar de kinderen leerden ons spelletjes en ’s avonds organiseerden ze een feest met dansen en zingen. Toen we weggingen, kwam de vader van ons gastgezin ons nog speciaal achterna om te vertellen hoe bijzonder hij het vond dat wij, met onze luxe westerse achtergrond, zo verbonden met hen waren geraakt. Dat zijn de momenten waar je het voor doet.
De sfeer in het team was aanvankelijk koek en ei, maar door mijn ervaring bij Expeditie Robinson wist ik dat het bij de eliminaties harder zou worden, met de nodige tranen en ruzies, want niemand wil weggestemd worden. Gelukkig lukte het iedereen uiteindelijk in contact te blijven met zijn of haar nuchtere zelf. Als we elkaar nu terugzien, kunnen we het relativeren. Gevaarlijk vond ik het niet, maar omdat alles zo goed is geregeld ben je geneigd te vergeten dat je wel degelijk risico loopt, al is het maar omdat er giftige spinnen zijn. Je moet dus gefocust blijven.”
Schaatser Bob de Jong
„Ik wist ongeveer waar Suriname lag en dat veel Nederlanders er vandaan komen, maar als vakantiebestemming is het nooit bij me opgekomen. Nu ben ik blij dat ik het land heb leren kennen. Die ochtend dat ik wakker werd in mijn hangmatje met uitzicht op het Brokopondomeer en de opkomende zon recht in mijn gezicht… toen wilde ik effe niet weg. En de mensen zijn supervriendelijk. Ik begrijp nu beter waarom je Surinamers in Nederland vaak buiten in een groep ziet zitten relaxen. Ze zijn daar altijd buiten. Nederlanders kruipen binnen bij elkaar op de bank en dat valt dan niet op. Maar het komt op hetzelfde neer. Dat heb ik van mijn reis opgestoken
Dat ik sportief ben, bleek een voordeel. Bij een van de eerste etappes vond ik niet eens dat ik hard liep, maar toen ik na een tijdje achterom keek, had ik echt zoiets van: loop nou eens door! Toen besefte ik pas dat ik een enorme basisconditie heb. Het leukste vond ik de samenwerking, dat je samen iemands zwakke punten kunt verminderen en zo het team verder helpt. Het vervelendst vond ik dan ook die keer dat ik geen deel was van het spel en ik me een beetje nutteloos aanwezig voelde. Toen dacht ik even: wat doe ik hier.”
Cosmetisch arts Robert Schoemacher
„Suriname stond op mijn verlanglijstje, omdat ik dacht dat het een mooi land zou zijn en omdat ik veel Surinaamse mensen als cliënt heb. Het was nog mooier dan ik al dacht. We zaten diep in de jungle waar niet veel mensen zijn geweest. Het is er ongerept en puur, met een grote diversiteit aan bomen en dieren en nog geen grote hotelketens die de natuur hun wil hebben opgelegd. Ik had me ook verheugd op lekker eten, met veel vers fruit. Maar helaas kregen we elke dag witte rijst met kip, ook omdat je de vis waar wij zaten niet kon eten vanwege de vervuiling – want dat soort maatschappelijke thema’s worden ook aangekaart.
Mijn deelname aan Bobo’s in de Bush tien jaar geleden, in de jungle van Borneo, bleek nu een voordeel. Het groepsgebeuren vond ik makkelijker te behappen dan toen. Ik heb nu vooral vreselijk gelachen met rapper/acteur Negativ en zanger Brace. Die hebben zo veel gevoel voor humor en kunnen tegelijk zo diep gaan. Echt gevaarlijk was het niet, al merkte ik wel dat ik als oudste deelnemer toch voorzichtiger ben. Als ik die meiden met blote benen tegen een gladde rots op zie klauteren, denk ik er vooral aan hoe gemeen je kunt vallen.”
Scenarioschrijfster Frieda Mulisch
„De dochters van mijn zus zijn half Surinaams. Ik heb Surinaamse vrienden. Mijn moeder is vaak naar Suriname geweest, omdat haar goede vriendin de schrijfster Ellen Ombre daar woont, en ze vond het fantastisch. De affiniteit met het land was er absoluut, maar toch ging ik niet. Misschien ook omdat ik niet zo avontuurlijk ben: een reis naar Italië of New York was makkelijker geboekt. Dus toen mij werd gevraagd mee te doen, heb ik geen seconde geaarzeld. Al wist ik niets van het spel, de deelnemers of van camera’s. Mijn kennis van Suriname was alleen gebaseerd op verhalen over Paramaribo.
De Surinamers die ik ken, en ik geloof ook de Atlas-kandidaten van Surinaamse komaf, zijn nooit in de binnenlanden geweest. ?En wat ben ik verliefd geworden, echt totaal gevallen voor het natuurschoon. We kwamen op de meest fantastische plekken, waar niemand ooit komt. En in tegenstelling tot de stoere rappers die meegingen bleek ik niet bang voor de insecten en andere dieren die er leven. De spellen vond ik leuk en spannend. Ook als ik totaal afging, zoals bij het bouwen van een vlot of toen ik met een teil vol afwas op het hoofd moest lopen wat voor geen meter ging.
Tegen de camera zei ik vooral aardige dingen over de anderen – terwijl ik achteraf van hen hoorde welke erge dingen ze soms over mij zeiden. Daarover schiet ik nu nog in de lach, maar het maakt me wel nieuwsgieriger naar de uitzendingen. In het begin werd ik een beetje als de kneus gezien, als oudste meisje. Maar ik bleek sterker dan ik dacht. Ik roeide hard, ik fietste hard. Ik was dan wel de oudste op één na, ik heb genoten en Atlas heeft de tofste reis van mijn leven in mijn schoot geworpen.