Buiten de naamsverandering, van Blij met de buren naar Fons bij de buren, is het programma hetzelfde gebleven. Opnieuw reist Fons de Poel naar een aantal Europese landen. Te beginnen met Portugal.
Tekst: Bea Kastrop
Je reist telkens acht dagen naar een land en laat de kijkers meegenieten van je belevenissen. Maar je noemt dit geen reisprogramma?
“Dat is het ook niet. Fons bij de buren is meer een persoonlijk essay over de landen die ik bezoek. In deze serie zijn dat Portugal, Duitsland, Polen, Frankrijk en Ierland. Het heeft een combinatie van speelse elementen, inhoudelijke zaken en persoonlijke ontboezemingen. Er zit altijd een toeristisch uitje in en ik logeer in een hotel dat iets vertelt over de sfeer in het land. Ik reis met een taxichauffeur die mij onder andere een blik gunt in zijn persoonlijke leven. Natuurlijk kan ik niet in veertig minuten de ziel van een land blootleggen, maar ik kan er wel dieper naar kijken. En omdat het geen reisprogramma is en ik niet te veel tijd wil verliezen aan reizen, beperk ik me tot een gebied of streek. In Portugal is dat Lissabon en het platteland eromheen.”
Je bent in je carrière veel op reis geweest naar het buitenland. Botst dat nooit met je privéleven?
“Wat zou ik zeuren over het vele reizen! Het is een onwaarschijnlijk voorrecht om dit werk te mogen doen. In mijn verslaggeversjaren voor het oude Brandpunt was ik overigens veel en veel meer op reis dan nu. Soms maanden achtereen, van oorlog naar hongersnood, van politieke crisis naar aardbevingen. Ik geloof dat ik in het verleden mijn privéleven wel enigszins heb verwaarloosd.”
Is dat nu anders?
“Zeker. Wat ik voor Fons bij de buren doe is veel overzichtelijker. Ik maak al deze reizen ook oprecht om onze Europese buren beter te kunnen begrijpen. Ik zie het grote belang van een vreedzaam continent. Wie een beetje historisch besef in zijn donder heeft, weet dat nog maar zeventig jaar geleden alles in puin lag.”
In Fons bij de buren trek je telkens een dikke week op met een taxichauffeur uit het land in kwestie. Wie rijdt jou rond in Portugal?
“Dat is Jose Carlos. Ik vraag hem onder andere waarom hij nooit uit Portugal is weggegaan. Portugezen hebben altijd de neiging gehad om hun armoede en uitzichtloosheid te ontvluchten. Ze gingen in de voormalige kolonie Brazilië werken en veel anderen vertrokken naar Luxemburg en Frankrijk. Jose Carlos legde me uit dat hij op zijn zeventiende al vader was van een zoon en dus niet kon vertrekken. Zijn zoon Bruno is een heel goede bokser geworden en we zochten hem op in de trainingshal. Jose vertelde me dat zijn eigen ouders een week na zijn geboorte naar Frankrijk vertrokken om te werken en hem achterlieten bij zijn oma. Hij is nu rond de vijftig en is nog steeds in tranen als hij vertelt hoe hij zich in de steek gelaten heeft gevoeld. Daarom heeft hij dat verantwoordelijkheidsgevoel voor zijn eigen zoon ook zo sterk.”
Je komt heel dichtbij zo’n man in een korte tijd…
“Je bouwt een enorme band op. Eigenlijk ben ik voortdurend met zo iemand in gesprek, op zoek naar nevenverhalen. Toen de ploeg vertrok en we afscheid hadden genomen van Jose Carlos, zag ik hem nog tien minuten in de auto snikkend over het stuur hangen. Dat zegt iets over het Portugese karakter, maar het zegt ook iets over wat je met elkaar deelt in zo’n intensieve periode.”
Wat is voor jou de grootste charme van reizen en werken in het buitenland?
“Ik ben niet een fly on the wall documentairemaker die vijftien weken in een hospice gaat zitten. Daar heb ik het geduld niet voor. Ik hou van een zekere analyse, maar ook van speelsheid. Storytelling is wat ik leuk vind. Dat ik dat op dit moment in mijn carrière op deze manier kan doen vind ik fantastisch. Reizen met een cameraploeg is het fijnste wat er is. Het is een soort ‘bondje’ van hard werken en iets moois neerzetten. Dat rock-’n-rollgevoel is er nog altijd.”
Fons bij de buren - dinsdag, 20.30 uur • NPO 2