Presentator Frits Sissing is net zo nieuwsgierig naar de waarde van meegebrachte objecten en kunstwerken als de kijkers van Tussen kunst en kitsch. 'Eenvoud is onze kracht.'
Is je colbertje het enige dat helemaal anders is aan dit nieuwe seizoen?
„Stomtoevallig ben ik net op weg naar mijn kledingleverancier om nieuwe jasjes te bekijken. Want inderdaad, we veranderen niks. Eenvoud is onze kracht. Ik vergelijk het programma altijd met Douwe Egberts Roodmerk, dat pak koffie blijft ook hetzelfde, anders grijpen kopers mis. Je moet met je tijd meegaan, maar vooral niet rigoureus. Het programma wérkt, het is niet voor niets al 34 jaar succesvol. Voor mij is het mijn derde jaar. Ik ben er nog steeds blij mee, het is een feestje met al die leuke verhalen.”
Komen er veel bijzondere stukken voorbij?
„Prachtig als een expert zegt over porseleinen kandelaars: ‘Zoiets heb ik nog nooit gezien.’ Die oude man heeft op een communistische conferentie ooit een door Picasso beschilderd bordje als presentje gekregen. Picasso was dus ook communist, dat wist ik niet. Maar ook leuk dat Ronnie Tober langskomt in Baarn, de zanger komt zelfs bij mij aan tafel terecht.”
Zit je niet stiekem elke aflevering te hopen op de klapper der Tussen kunst en kitsch-klappers?
„Ik zou het helemaal geweldig vinden om een mooi record te vestigen. Het meest waardevolle voorwerp in een uitzending die ik ooit presenteerde was 80.000 euro waard, ons absolute record is een schilderij van Joost van Geel met een taxatiewaarde van 250.000 euro. Maar ik moet zeggen: een glas van 2000 euro dat vierhonderd jaar heel is gebleven, is ook hartstikke prachtig hoor.”