Tekst: Edmee Fijan
Van harte gefeliciteerd met de Oeuvre-Ring. Paul de Leeuw leek u volkomen te verrassen.
“Daar ben ik echt ingetuind. Ik ben sowieso tegen verrassingen, ik wil graag de controle houden. Daarom zie je me ook zelden in praatprogramma’s. Ze zijn allemaal gelijkvormig, er zitten altijd zes à zeven mensen aan tafel, je moet je mening geven over zaken waar je geen verstand van hebt en de bekendste mensen zitten altijd als laatste. Dan zit je op de klok te kijken in de wetenschap dat er nog maar zeven minuten over zijn. Dat doe ik dus niet.
Maar goed, daarom riep ik dus toen ik Paul de Leeuw zag: ‘Eindelijk iets leuks!’ Ik was voorbereid op iets weinig spectaculairs, een speech of zo. Toen dacht ik: als ik toch een prijs moet krijgen, dan deze. Maar het besef moest echt indalen. Nu heb ik alles wel binnen wat er te halen valt, hè. Ik heb als producent in New York een Emmy Award gewonnen met Hans Liberg, ik ben vanwege mijn werk voor goede doelen Officier in de Orde van Oranje-Nassau, nu de Oeuvre-Ring, dus wat prijzen betreft is het klaar. Wat ik altijd de grootste prijs heb gevonden, is het feit dat ik al die jaren in totale vrijheid mijn programma heb mogen maken, zonder dat me werd gevraagd wie mijn gasten waren en of dat wel kon. Dat bestaat in Hilversum nauwelijks.”
U heeft nog geen plannen om na veertig jaar met pensioen te gaan?
“In juli 2021 is de echte veertigste verjaardag, dus ik moet nog even door, maar ik vind het nog steeds ongelooflijk leuk. Vooral het hele proces van monteren en teksten schrijven, dat is het allerleukste werk dat ik kan bedenken. Ik heb thuis een volledige montageset staan. Dan word je de volgende ochtend wakker met de gedachte: als ik het nou zó doe? Dat je echt iets onder je handen ziet ontstaan, die puzzel, dat is het mooiste.”
Waarom, denkt u, kan de kijker de TV show nog steeds zo waarderen?
“Wij zoeken het beste archiefmateriaal en de mooiste foto’s bij elkaar, zodat het ook visueel interessant is. Ik denk dat dat een van de geheimen is. En ik ben natuurlijk een soort meubelstuk geworden, je weet wat je krijgt. We zoeken altijd gasten uit die iets van het leven weten te maken. Die positieve benadering is mijn helderste criterium geworden. Ik sta bekend als iemand die allemaal beroemde gasten te pakken heeft, maar de laatste tien, vijftien jaar hebben we juist mensen die je niet zo veel op tv ziet, maar van wie ik denk: daar wil ik meer over weten.”
Kijkt u wel eens terug op wat u allemaal hebt bereikt?
‘Nee. Het klinkt misschien aanmatigend, maar ik heb oprecht het gevoel – wat dat betreft lijk ik, zonder die vergelijking te durven stellen, een heel klein beetje op Harry Mulisch – dat het voorwoord nu geschreven is en dat het tijd wordt om aan de hoofdstukken te beginnen. Ik heb nog zo veel plannen!”
U heeft ook boeken geschreven en in het theater gestaan.
“Theater was het allerleukste dat ik ooit heb gedaan. Bij televisie ben je afhankelijk van een ander. In hoeverre zijn mensen bereid iets te vertellen, krijg je eruit wat je wil? In het theater bepaal je helemaal zelf wat je doet. Daar heb ik intens van genoten. Ik hoop echt dat die voorstelling in Parijs waar zo veel om te doen was (Niehe riep in zijn euforie uit dat het een unaniem belachelijk groot succes was, red.) nog eens wordt uitgezonden. Dan snapt iedereen waarom ik zo uit mijn dak ging. Het is alsof je ’s ochtends voor het eerst een fiets krijgt en ’s avonds een etappe in de Tour de France wint. Ik vind dat nog steeds een van de mooiste avonden van mijn leven.”
Welke plannen heeft u voor 2021?
“Het is allemaal nog erg onzeker, maar ik heb ontzettend zin om terug te kijken op de bijzonderste gasten die we gehad hebben met een betrokkene, liefst iemand uit de familie. Dus de zoon van Ennio Morricone, die ook dirigent is geworden, en de kleindochter van Roald Dahl. Dat zie ik wel voor me.”