Objecten laten zien en daar met passie over vertellen. Dat vindt Suzanne Lambooy het leukste om te doen. De 36-jarige keramiekexpert zit dan ook helemaal op haar plek
bij Tussen kunst en kitsch.
“Mijn moeder nam mij als kind regelmatig mee naar rommelmarkten en venduehuizen. Daar koos ik altijd iets van gekleurd glas of keramiek uit. Op mijn vijftiende kocht ik mijn eerste servies waar ik nu nog steeds etentjes mee geef”, zegt Suzanne Lambooy over het ontstaan van haar liefde voor glas en aardewerk.
“Wat ik er vooral zo fascinerend aan vind, is dat het gebruiksvoorwerpen zijn. Je hebt iets vast wat iemand driehonderd jaar geleden voor zijn ontbijt gebruikte. Daardoor sta je echt in verbinding met het verleden.” Inmiddels heeft ze een behoorlijke verzameling kopjes, schoteltjes, borden, glazen en vazen. “Nog steeds bezoek ik rommelmarkten en veilingen. Als ik iets moois vind, koop ik het. Maar ik krijg ook veel van mensen uit mijn omgeving die weten dat ik van oude dingen hou.” En ja, ze gebruikt het ook. “Thee smaakt veel beter als je het uit een antiek porseleinen kopje drinkt dan uit een Xenos-mok. Probeer zelf maar eens. Zo’n oud kopje is vaak nog een stuk goedkoper ook.”
Ze is sowieso dol op de vroegere eetcultuur. “Ik houd erg van historisch koken. Met een clubje vriendinnen organiseren we eens in de zoveel tijd 18e of 19e eeuwse etentjes. Dan nemen we antiek servies mee en maken gerechten uit die tijd. Ik houd vooral van toetjes.” Lacht: “Ik had dolgraag de feestplanner van Willem III en Mary Stuart II willen zijn.”
Liefde voor Delfts blauw
De in Waddinxveen geboren Lambooy koos na de middelbare school en een jaar high school in de VS voor een studie glas- en keramiekrestauratie aan het Instituut Collectie Nederland. Tijdens haar studie liep ze stage bij het Rijksmuseum, The Metropolitan Museum of Art in New York en bij Plowden & Smith in Londen. Wat ze in die vier jaar vooral heeft geleerd: “Oog hebben voor materiaal. Die kennis pas ik nog steeds toe.”
Daarna ging ze (in deeltijd) kunstgeschiedenis studeren. “Ik wilde niet alleen de objecten in handen hebben, maar ook de verhalen erachter ontdekken en vertellen.” Tegelijkertijd kreeg ze bij veilinghuis Christie’s in Amsterdam de gelegenheid om zich tot specialist te ontwikkelen. Toen na vijf jaar de afdeling toegepaste kunst werd gesloten, ging ze aan de slag bij Aronson Antiquair in Amsterdam, de antiekzaak van Tussen kunst en kitsch-expert Robert Aronson.
Delfts blauw
Hier leerde ze niet alleen de kunsthandelwereld beter kennen, maar specialiseerde ze zich ook in Delfts blauw. “Toen ik dat kenbaar maakte, keek iedereen me met een blik aan van: Delfts aardewerk is toch hartstikke kitsch! Maar ik vind het prachtig. Voor mij ligt de charme van Delfts aardewerk in het feit dat het niet volmaakt is. Er zit vaak een bakfoutje in of beschadiging aan. Je realiseert je daardoor hoe moeilijk het was om zonder technische hulpmiddelen zoiets duns en fijns te maken. Als het dan wel gaaf is, is dat zo uniek. En na drie eeuwen ziet het er nog steeds prachtig uit.”
Inmiddels is het Delfts blauw het kitsch-niveau ontstegen. “Het Holland-gevoel is de afgelopen jaren erg gepromoot geweest, onder meer door reclames en tv-programma’s als Ik hou van Holland. Delfts blauw wordt nu gezien als een positief onderdeel van onze nationale identiteit. Net als tulpen vervult het ons met trots. Daarbij merk ik dat er in Nederland meer waardering voor keramiek in het algemeen is, zowel onder kunstliefhebbers als kunstenaars en musea. Steeds meer jonge mensen kopen het ook weer. Dat vind ik Ānatuurlijk een fijne ontwikkeling.”
Den Haag
Tegenwoordig werkt ze als conservator toegepaste kunst bij het Gemeentemuseum in Den Haag. Dat betekent dat ze tentoonstellingen organiseert, boeken en artikelen schrijft en lezingen geeft. “Als conservator maak je keuzes in wat je als museum aan collectiestukken laat zien. Daarvoor moet je veel onderzoek doen. Verder behandel ik bijvoorbeeld de informatieaanvragen van onderzoekers, bruikleenverzoeken van andere musea en regel de financiĆ«le middelen voor het realiseren van een tentoonstelling. Het is heel gevarieerd werk. De komende twee jaar mag ik weer aan een reeks mooie tentoonstellingen werken, onder meer van Aziatisch keramiek, koninklijk Delfts aardewerk en islamitische kunstnijverheid. Daar kijk ik erg naar uit.”
Werken als een detective
Tussen kunst en kitsch
Sinds een jaar of vier werkt ze mee aan Tussen kunst en kitsch. “Robert Aronson vroeg mij of ik zijn vaste vervanger wilde worden. Ik zei meteen ja. Objecten aan mensen laten zien vind ik het leukste wat er is en een groter publiek dan via de televisie kun je niet bereiken. In het begin vond ik het hartstikke spannend, maar ik ben er open ingegaan. Op het moment dat je mag vertellen over dingen die je mooi vindt, vergeet je snel dat er een camerateam om je heen staat. Bovendien ben ik enorm geholpen door de redactie en had ik Robert als back-up.”
Avontuur
Ze vindt het elke keer weer een groot avontuur. “Omdat ik nooit weet wat er op mijn desk verschijnt. Soms komen er objecten langs die ik niet eerder heb gezien. Bij het ontbreken van aanknopingspunten werk je als een soort detective: je gaat na wat het allemaal niet kan zijn en komt dan automatisch op wat het waarschijnlijk wel is. Wat dat betreft is Tussen kunst en kitsch ook een leerschool voor mij. Er valt binnen mijn vakgebied nog zo veel te ontdekken en vast te leggen. Dat maakt het zo leuk.” Haar hoogtepunt tot nu toe? “Een Delfts blauwe confiturenschaal uit 1680, ter waarde van vierduizend euro. Ongelooflijk dat die jarenlang bij mensen thuis lag en nooit eerder was ontdekt. Maar ik kan ook blij en ontroerd raken van alledaagse voorwerpen met een bijzonder verhaal. Het is uiteindelijk de emotionele waarde die telt.”
Niet meer anoniem
Inmiddels kan ze niet meer anoniem over straat. “Het verbaast me elke keer, maar ik word overal herkend; van de kassa’s bij de supermarkt tot in de bus. Ik krijg vooral positieve reacties. Mensen die zeggen dat ik het leuk doe, zelfs met me op de foto willen of enthousiast beginnen te vertellen over een keramiekaankoop die ze onlangs hebben gedaan. Ook via e-mail, Twitter en Facebook krijg ik veel berichtjes.” En ja, daarin wordt ze ook aangesproken op haar deftige manier van praten. Lacht: “Wist je dat ik me daar helemaal niet bewust van was? Pas toen ik mezelf voor het eerst terugzag en -hoorde, viel me dat op. De reacties die ik daarover teruglees, zijn verdeeld. De ene helft is erdoor gefascineerd, de andere helft vindt het helemaal niets. Maar ik kan er niets aan doen; het zit gewoon in me en het maakt me wie ik ben.” •
Tussen kunst en kitsch woensdag, 20.30 NPO 1