Sprintkampioen Marianne Timmer krijgt BN’ers aan het schaatsen in De ijzersterkste. ‘Ze willen winnen, net als ik.’
Het is 8.30 uur. Oud-schaatskampioen Marianne Timmer (45) zit in de auto. Ze is op weg naar de schaatsbaan in Utrecht, waar ze aan de slag gaat met haar team voor De ijzersterkste. Ze staat altijd vroeg op, om 7.00 uur was ze al met haar hond Chico aan het hardlopen. “Ik sport nog elke dag.”
In De ijzersterkste nemen twee teams van zes bekende Nederlanders het in verschillende schaatsdisciplines tegen elkaar op, van de ploegachtervolging tot de 1500 meter. Onder hen zijn zanger Jan Smit, oud-judoka Mark Huizinga, actrice Renée Fokker en WNL-presentatrice Welmoed Sijtsma. De coach van het andere team is Rintje Ritsma. “Het is geweldig om te zien hoe de kandidaten in korte tijd vooruitgaan”, zegt Marianne. “Ze zijn ontzettend gedreven. Sommigen huren zelfs een personal trainer in. Ze willen winnen, net als ik. Dat vind ik gaaf.”
Waarin is jouw aanpak anders dan die van Rintje?
“Ik zit meer op de ontwikkeling van de techniek en besteed aandacht aan het eten en de fysieke gesteldheid. Ik heb mijn team laten keuren en iedereen traint en slaapt met een hartslagmeter, dus ik zie wat de impact is. Rintje zit meer op het winnen. Uiteraard wil ik ook winnen, maar als mijn schaatsers technisch beter rijden, gaat dat eerder lukken, denk ik. Het zal er fel aan toe gaan. Maar Rintje en ik gunnen elkaar wel het licht in de ogen, hoor.”
Jullie zaten in dezelfde schaatsploeg, behaalden allebei grote successen. Schept dat een band?
“Absoluut. Rintje en ik zijn als het ware samen opgegroeid. We kennen dezelfde wereld, hebben allebei ups en downs gehad. Veel van mijn vrienden komen uit die schaatswereld, zoals Annette Gerritsen, maar ook oudere collega’s als Yvonne van Gennip. Je weet zo veel van elkaar en herkent het gevoel.”
En dat terwijl Yvonne je ooit uren in de kou liet wachten voor een handtekening.
“Dat is al lang vergeven. Yvonne is mijn heldin. Als klein meisje zag ik haar in 1988 op de Olympische Winterspelen van Calgary drie keer goud winnen en ik wist: ik wil Yvonne zijn. Ze schaatste soms in het Stadspark in Groningen. Ze zochten vrijwilligers bij een wedsstrijd om de weggeschaatste blokjes tussen de banen terug te leggen. Ik meldde me aan, want zo kon ik Yvonne ontmoeten. Ik heb vier uur op dat ijs gestaan, want er schaatsten natuurlijk meer mensen dan alleen Yvonne. Ze kwam van de baan af en ik vroeg om een handtekening. Ze zei: ‘Blijf hier even staan, ik kom zo.’ Na drie uur stond ik er nog. Mijn moeder zei: ‘Kom we gaan.’ ‘Nee, Yvonne vroeg me hier te wachten, ik krijg nog een handtekening.’ Ik wacht er nog steeds op, haha.”
Hoe werd je Yvonne?
“Op mijn derde stond ik al op het ijs bij ons voor de deur in Sappemeer. Ik heb het spelenderwijs geleerd en deed al jong mee aan wedstrijdjes. Ik heb altijd een enorme drive gehad. Winnen werkt aanstekelijk, dat zie ik ook in mijn groep. Winnen motiveert.”
Jouw broer heeft eens gezegd: ‘Marianne heeft geen leven gehad.’
“Hij hoorde zo vaak dat hij door mijn successen minder aandacht kreeg, dat hij dat een keer antwoordde. Maar het kwam inderdaad voor dat hij ’s ochtends thuis kwam van het stappen en ik opstond om te gaan trainen.’ Hij kon aardig schaatsen, maar niet dat offer brengen. Ik wel.”
Je hebt twintig jaar aan topschaatsen gedaan. Wat is de impact daarvan op je lijf en hoofd?
“Lichamelijk ben ik er goed doorheen gekomen. Sommige schaatsers krijgen rugproblemen, maar ik voel me nog superfit. Mentaal waren de laatste jaren erg zwaar. Ik had al zo veel wedstrijden gereden, de jonge generatie maakte jacht op me. Ik had ook een paar pechjaren nadat ik mijn enkel brak, maar ik heb het maximale eruit gehaald.”
Welke medaille koester je het meest?
“Mijn olympische gouden plakken. In 1998 overkwam het me, ik was op het juiste moment in vorm. Bij die derde was er in de tussentijd zo veel gebeurd, dat was super mooi. En om het nog een keer te doen was veel moeilijker. Ik bewaar ze nu onder de hondenmand. Daarop ligt een boze hond, dus niemand hoeft zich iets in zijn hoofd te halen.”
Twee van die medailles won je op 19 februari: de sterfdag van je beste vriendin Renske Vellinga.
“Dat maakt ze extra bijzonder voor mij. Ze overleed in 1994 bij een verkeersongeluk. We schaatsten als kind vaak tegen elkaar en zaten samen in Jong Oranje. We hadden een enorme klik, waren allebei een beetje ondeugend. Tijdens trainingskampen gingen we stiekem ’s avonds naar de jongens of stappen. Bij een bepaalde geur of een plaatje denk ik nog steeds: hoe zou zij nu zijn geweest?”
Rintje deed laatst mee aan The masked singer. Voor welke programma’s ben jij allemaal benaderd?
“Ik moest er erg om lachen dat hij ging zingen. Ik had dat nooit van hem verwacht. Ik ben ooit benaderd door Expeditie Robinson, maar ik ben niet van de spelletjes. Iets moet bij me passen. Ik heb meegedaan aan Sportmonologen, waarin ik mijn levensverhaal vertelde voor een volle zaal. Doodeng, maar ik heb er veel van geleerd. Over De ijzersterkste heb ik geen seconde getwijfeld: ik kan hiermee laten zien dat schaatsen een hartstikke leuke sport is. Zelf doe ik het nog geregeld. Laatst was ik nog in de Jaap Edenhal. Het was vet druk, hartstikke gezellig.”
Rintje gaf aan dat hij lang zocht naar een nieuwe uitdaging toen hij was gestopt. Herken je dat?
“Ik werd meteen coach, dus ik kon het uitstellen. Ik ben nu drie jaar uit het schaatsen. Er komt genoeg op mijn pad, maar het is wel zoeken naar een nieuwe passie en naar iets waarin ik mijn energie kwijt kan. Zo’n programma is dan heel leuk. Ik ben ook chef de mission voor de Jeugdspelen in Lausanne en heb nu dus een bestuurlijk rol. Dat is weer heel anders.”
In welke levensfase ben je nu, voor je gevoel?
Lacht: “Nou, halverwege, hè. Natuurlijk weet ik ook dat het allermooiste achter me ligt, maar ik maak nu andere leuke dingen mee. Als topsporter is je wereld heel klein en moet je je aan trainingsschema’s houden en op je voeding letten. Nu kan ik ook eens een extra bitterbal eten of een glaasje wijn drinken. Ik golf ook veel. Zo ontmoet ik weer nieuwe mensen. Mijn glas is altijd half vol. Ik heb nog steeds discipline, maar voel me veel vrijer.”
Hoe vaak hoor je nog: ‘Timmertje, Timmertje, wat ga je doen?’
“Grappig hoeveel mensen dat nog weten. Dat betekent dat ze van me hebben genoten en dat mijn successen ze zijn bijgebleven. Dat is een heerlijk gevoel.”
Paspoort
Naam: Maria Aaltje Timmer
Geboren: 3 oktober 1974 in Sappemeer
Privé: Woont in Hierden, heeft een relatiepauze met oud-keeper Henk Timmer.
Carrière: brak als schaatser door op het WK Junioren in 1994, waar ze brons won. Was gespecialiseerd in de korte afstanden. Won olympisch goud in 1998 in Nagano (1000 en 1500 meter) en in Turijn (2006). Ook was ze twee keer wereldkampioen op de 1000 meter (1997 en 1999), in 2004 was ze de eerste Nederlandse vrouwelijke wereldkampioen op de sprint. Ze profileert zich nu als spreker, motivator, lifestyle coach en verslaggever en geeft workshops over het mysterie van succes.
De ijzersterkste | zaterdag | NPO1 | 20:30 uur