Tekst: Deborah Ligtenberg
Ook in het leven van presentator Martine van Os is alles nu anders. Ze werkt zoveel mogelijk thuis en gaat zo laat mogelijk naar de studio om te repeteren voor Tijd voor MAX. Vijf dagen per week is ze daar zo rond half drie, waarna de uitzending om tien over vijf begint. “Ik ben dan al wel de hele dag met het programma bezig,” vertelt ze. “Eindeloos mailen, lezen en bellen met de redactie. Vroeger ging ik voor een item nog wel eens naar een voorstelling, maar dat zit er nu natuurlijk niet in.”
Wat is de grootste impact van corona op jouw leven?
“Dat is eigenlijk geleidelijk gegaan. Voor mensen bij wie het werk abrupt stopte was het een heel ander verhaal, maar ik werkte gewoon door. We hebben in Tijd voor MAX veel informatie gegeven over corona, had ik in elk geval het gevoel dat ik me nuttig kon maken. Ik denderde door, met in mijn achterhoofd de gedachte dat na oud en nieuw alles voorbij en weer gewoon zou zijn. Dat is dus helemaal niet zo. Door het vaccineren is er ontwikkeling en vooruitgang, maar ik kom nog steeds in een lege studio, waarin we op 2 meter afstand slechts een paar mensen kunnen ontvangen. Zo langzamerhand vind ik dat heel lastig worden.”
Hoe ga je daarmee om?
“Ik loop veel. In de natuur kom ik tot rust. Daar zie je dan al die mensen die zichzelf ook aan het uitlaten zijn, soms met z’n tweeën. Het valt me op dat ze vaak serieuze gesprekken voeren. Met ernstige gezichten. Zo zwaar allemaal. Ik mis de lichtheid. Feestjes, een tafel vol mensen, alles wat zo hecht, close en heel fijn is. Het gevoel dat je deel uitmaakt van een groter geheel.”
Wat is dat grotere geheel?
“Mijn inner circle zie ik nog wel, maar ik mis alles wat om hen heen hangt. De vrienden van mijn vrienden bijvoorbeeld, die ik soms al dertig jaar ken. Vroeger als ik ging verhuizen, was het heel belangrijk dat ik in dat nieuwe huis meteen een feest gaf. Waar iedereen bij was die ik ken en me dierbaar is. Dan pas was het huis van mij. Elkaar zien, praten, lachen. Opgaan in een soort stemming waarbij diepgang niet per se vereist is. Lol en pret maken.
Na een leuk feest kan ik bij wijze van spreken een maand in m’n eentje op een berg gaan zitten, omdat ik dat gevoel nog bij me heb. Dát is het grotere geheel voor mij. Als dat allemaal niet meer kan, wordt het leven wel heel leeg en karig. Precies wat er nu aan de hand is dus.”
Ben je bang om zelf ziek te worden?
“Nee, niet meteen. Maar je moet natuurlijk wel uitkijken. Ik heb vrienden die heel ziek zijn geweest en aan de beademing lagen. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen, maar feit blijft wel dat corona vaak ernstiger verloopt als je wat ouder bent.”
Dan gaat leeftijd opeens een rol spelen.
“Op de achtergrond wel, maar het is echt niet zo dat ik dagelijks denk: Ik ben 63, wat kan me allemaal wel niet overkomen, hoe lang kan ik nog werken en wat wil ik nog. Ik heb eigenlijk altijd een beetje met de wind geleefd; zoals het vandaag gaat, gaat het vandaag en morgen zien we wel weer verder. Dat heb ik ook met het ouder worden. Komt tijd, komt raad.
Als ik straks aan mezelf merk dat ik bepaalde dingen niet meer kan of niet meer wil, dan is het tijd om te stoppen. Ik ben er niet zo goed in om dat van tevoren te plannen. Misschien is het beter om dat wel te doen, maar zo heb ik nooit geleefd. Dat zie ik nu ook niet meer gebeuren. Als ik onzin begin uit te kramen, hoop ik alleen wel dat mijn omgeving zo vriendelijk is om me te waarschuwen.”
Wat is belangrijk in je werk?
“Behalve leuke collega’s en een open, fijne structuur zoals ik dat bij MAX vind, is dat intuïtie. Als er iets op mijn pad komt, is het gevoel dat ik erbij heb het eerste dat telt. Óf ik heb meteen iets van, nee, dat is niets voor mij, of ik denk, ja, dit is goed. Dit kan ik en vind ik leuk. Op dat kompas vaar ik volkomen.”
Hoe zet je die intuïtie in?
“Ik heb gekozen voor de kant van de human interest, de verhalen van mensen. Dan is het heel prettig als je stemmingen goed kunt aanvoelen en daardoor eerder door mensen heen kunt kijken en met ze kunt meevoelen. Mijn voelsprieten kan ik dus goed gebruiken. Daarnaast moet je voor mijn werk geïnteresseerd zijn in mensen. Ik ben altijd bloednieuwsgierig naar anderen. Naar hoe ze leven, hoe ze met dingen omgaan, hoe ze het dóen. Ik heb een natuurlijke nieuwsgierigheid en ook gevoeligheid. De sluizen staan bij mij altijd open.”
Dat altijd maar aan staan lijkt me knap vermoeiend.
“Dat is het soms ook wel. Ik voel voortdurend wat anderen voelen en vind dan dat ik daar wat mee moet. Dat is niet altijd fijn of leuk. Soms wou ik dat ik me wat meer kon afsluiten, maar inmiddels weet ik dat ik dat niet kan. In mijn werk is het wel heel handig gereedschap, omdat mensen zich in een interview snel op hun gemak voelen en zichzelf durven te laten zien. Dan krijg je echt contact, wat ik heel mooi vind. Soms wordt het allemaal wel een beetje druk in mijn hoofd, een beetje veel, maar ik vind het allemaal gewoon veel te leuk en interessant. Het is waanzinnig dat ik elke dag mensen aan m’n tafel heb die ik normaal gesproken nooit zou tegenkomen. Ik tel mijn zegeningen.”
We zijn er bijna kon vorig jaar niet doorgaan. Hoe staat het er dit jaar voor?
“Ja, het was heel raar dat we het moesten schrappen. Alles was al in kannen en kruiken, we zouden een rondreis door Spanje maken en toen kwam de lockdown. Het voordeel was dat ik in mei en juni eindelijk eens de bloemen en planten in mijn tuin in bloei kon zien komen. Maar toch, ik heb wel eens op het programma gescholden – altijd maar weer vijf weken van huis in het voorjaar – toen het niet doorging, merkte ik hoezeer ik het miste. Dus staan we met het team weer te popelen, maar of het dit jaar kan doorgaan is natuurlijk ook nog maar afwachten. We weten nog te weinig over het verdere verloop van dat nare virus.”
Tijd voor MAX | maandag t/m vrijdag | NPO 1 | 17.10 uur