Als Quote-hoofdredacteur en oud-ondernemer heeft Sander Schimmelpenninck de ideale bagage om ondernemersprogramma Dragons’ den te presenteren. ‘Ik dacht: als ze hier niet in investeren, eet ik mijn schoen op.’
Tekst: Dominique Hofman
Wat krijgen we te zien in Dragons’ den?
“Ondernemers pitchen hun bedrijfsidee aan vijf van ’s lands bekendste en beste ondernemers. Deze dragons moeten vervolgens beslissen of ze wel of niet ingaan op het aanbod om te investeren. Soms gaan ze elkaar overbieden, waardoor er een wedstrijdje ontstaat. Dat is het leukst. Dit seizoen zijn de investeerders onder meer Nikkie Plessen, Won Yip en Michel Perridon. Die laatste noem ik altijd ‘de Rotterdamse Trump’. Echt een grappige vent, hij gaat de show stelen.”
In veel landen loopt het programma ontzettend goed. Hoe verklaar je het succes?
“Een afvalrace is altijd spannend. En als kijker denk je mee, net als bij Idols: Wat zou ik hierover zeggen? Voor de mensen die stiekem voor zichzelf willen beginnen, is het natuurlijk inspirerend. Anders dan twaalf jaar geleden (toen het programma voor het eerst in Nederland op tv was, met presentator Jort Kelder, red.) is het ondernemerschap nu iets voor iedereen. Toen was het meer iets voor zakenmensen, tegenwoordig zijn er ook mensen die het na een hele carrière leuk vinden om voor zichzelf te beginnen.”
Kon jij voorspellen wat de investeerders zouden doen?
“Er waren ideeën waarvan ik dacht: als ze hier niet in investeren, dan eet ik mijn schoen op. Maar dan deden ze het toch niet. Andere verhalen vond ik juist kansloos klinken. En ja hoor, die ideeën haalden ontzettend veel geld op. Het was dus lastig te voorspellen.”
Zou je zelf een dragon willen zijn?
“Ik heb niet genoeg centen om er een paar tonnetjes tegenaan te gooien, maar ik zou het wel superleuk vinden. Dan zou ik investeren in een goedlopend kleiner bedrijf, want daar is ook behoefte aan. Ik heb het idee dat investeerders veel geld willen steken in bedrijven die heel groot kunnen worden, maar je hoeft niet altijd het nieuwe Facebook te willen zijn.”
Waaraan voldoet een goede pitch?
“Het is misschien een cliché, maar een goed idee verkoopt zichzelf. Dan heb je niet zo veel woorden nodig om iets uit te leggen. Je moet verder je cijfers goed op orde hebben, anders lig je er na vijf vragen uit. Tot slot moet je duidelijk maken dat je een leuke ondernemer bent en dat mensen vertrouwen in je moeten hebben. Maar je moet ook weer niet te eigenwijs zijn. ‘Eerst de vent, dan de tent’, zeggen veel investeerders.”
Je hebt vroeger een pizzeria gehad. Wat heb je geleerd van die tijd?
“Je moet niet altijd denken dat je het beter weet, maar luisteren naar de goedbedoelde adviezen van anderen. Over de horeca heeft iedereen een mening. Hierdoor ben je geneigd om nergens meer naar te luisteren, omdat je er gek van wordt. Zeker in het begin wil je alles alleen doen.”