Het is toch een gekke gewaarwording: presentator Rik van de Westelaken die in een respectievelijk leeg plein en daarna een verlaten studio de live finale van Wie is de Mol? 2020 presenteert. De uitzending begint vertrouwd, met alle afvallers van het lopende seizoen aan tafel. Behalve Johan Goossens overigens, die zit ziek thuis.
Lees ook:
Ontknoping
Na wat geklets en terugkijken van oude fragmenten is het moment van de ontknoping daar. Ook Dát verloopt door de coronacrisis anders en is al eerder op de dag opgenomen in Amsterdam op een geheime locatie. Rik heeft zijn computer als vanouds weer voor zich en gaat de kandidaten af. Verschijnt er een rood scherm dan is diegene verliezend finalist.
De Mol
Rob krijgt als eerste zijn scherm te zien: groen. Gevolgd door Miljuschka, zij is dus één van de verliezend finalisten. Buddy krijgt beter nieuws: ook hij heeft een groen scherm voor zich. En dat betekent automatisch dat Nathan óók een rood scherm krijgt, dat klopt. Maar wie is dan De Mol en wie is de winnaar?
Na een kort filmpje waarin we de hoogtepunten van Rob én Buddy te zien krijgen en ook alle eerdere winnaars voorbij zien komen weten we het: Rob Dekay is De Mol van 2020. En dat maakt van Buddy Vedder dus de winnaar. Hij gaat met 13.400 euro naar huis. Een redelijk voorspelbare uitslag, Rob was deze week het meest verdacht. Sneu voor mij, ik zat al het hele seizoen op Buddy, dus eindig met nul punten in de poule. De winst van Buddy is overigens méér dan terecht, hij had 49 van de 50 vragen correct ingevuld.
Rob
Voor Rob was het -afgaande op de beelden- één groot avontuur. En naar eigen zeggen een ultieme droom. Voor de kijkers heeft Rik aan het einde van de finale nog een verrassing: er komt na de zomer een extra seizoen van Wie is de Mol?... Verdere details ontbreken nog, maar de komst is een feit! En daarmee besluiten we het twintigste seizoen. Een feestje om te kijken, vooral door de extreem onvoorspelbare afloop van dit jaar. Bedankt voor het lezen de afgelopen weken en hopelijk tot in 2021!
Was getekend, Eric de Munck.