Camerateams legden een jaar lang het reilen en zeilen in Diergaarde Blijdorp vast voor Het echte leven in de dierentuin. Ook voor Harald Schmidt, hoofd plant en dier van het park, was de serie een eyeopener. ‘Het verbaasde me te zien wat er ’s nachts in Blijdorp gebeurt’
“De redactie van Het echte leven in de dierentuin heeft lang gesproken met de verzorgers. Aan de hand van hun verhalen zijn keuzes gemaakt. Het ligt voor de hand dat je de geboorte van een olifant meeneemt, maar alleen de verzorgers kennen de kleine, minstens zo bijzondere verhalen. Bijvoorbeeld over de frankolijn, een fazantachtige die haar kuikens beschermt tegen de parelhoenderen. Of hoe een wandelend blad loopt en welke moeilijkheden een geslachtsrijpe tapir allemaal tegenkomt.”
Tegen welke uitdagingen liepen jullie zelf aan?
“Het plaatsen van de camera’s zorgde voor praktische kwesties. Hoe kun je vissen het beste volgen? En als je een camera ophangt bij de gorilla’s, moet-ie wel tegen een stootje kunnen. Daarnaast hadden we geregeld discussies met de makers over de inhoud. Wij willen natuurlijk zoveel mogelijk informatie geven over dieren en hun gedrag, terwijl de makers juist kijkers willen raken met soms bijna soapachtige verhaallijnen over de dieren en hun belevenissen. Daarom hebben alle dieren in de serie bijvoorbeeld een naam, zelfs insecten. Officieel geven we in Blijdorp alleen onze grote zoogdieren en sommige vogels eigennamen, maar het helpt om een band te krijgen met dieren. Dit gebeurt allemaal in goed overleg, zaak is dat de feiten kloppen.”
Krijg je als verzorger ook een band met je dieren?
“Dat hangt van het soort af, sommige dieren zijn nu eenmaal aaibaarder dan andere. De meeste van onze verzorgers hebben naast hart voor dieren ook passie voor het hogere doel van een dierentuin: dierbehoud en bescherming. Onlangs zijn er vijf zwarte neushoorns terug naar Rwanda verhuisd om in een nationaal park te leven. Als je dat doet, weet je uit ervaring dat één of misschien wel twee van de dieren dat niet zullen overleven. Dat hoort er helaas bij.”
Leven er eigenlijk ook stadsdieren in Blijdorp?
“Zeker! Blijdorp is voor veel vogels een toevluchtsoord, vooral voor mussen, maar ook duiven en ganzen weten ons te vinden. Er nestelen ooievaars op de spoorlijn die de Diergaarde doorkruist. Dat is alleen maar goed voor de biodiversiteit en meestal gaat het prima samen. Al zijn we wel alert op hongerige vossen en marters die in de volières proberen te klimmen.”
Waar heb je jezelf het meest over verbaasd?
“Wat er allemaal ’s nachts gebeurt in Blijdorp. We werkten zelf al met observatiecamera’s, maar bij het zien van de afleveringen stond ik toch weer voor nieuwe verrassingen. Wat ook diepe indruk op me maakte was de transformatie van een passiebloemvlinder. Dat proces is met een timelapsecamera versneld gefilmd en die metamorfose is fascinerend.”
Het echte leven in de dierentuin zie je elke zaterdag om 20:30 uur op NPO 1