Wat doe je als Mol als een van je medekandidaten recht in je gezicht vraagt of je de Mol bent? Simone windt er in elk geval geen doekjes om.
Het zat eraan te komen: de traditionele aflevering zonder afvaller. Wie is de Mol? telt altijd één week ‘te veel’, dus voor de finale is er één aflevering meer dan het aantal kandidaten dat de groep moet verlaten. Omdat Ron Boszhard genadeloos niet mocht terugkeren in aflevering 2 en de meerderheid geen groepsvrijstelling wilde in aflevering 4, was er nu een nieuwe kans.
De groep kon via een opdracht ‘schermen wegspelen’ en daarmee zorgen dat kandidaten de uitslag van hun test niet hoefden te zien. Uiteindelijk kreeg alleen Simone een scherm – en dat was groen. Dus zijn er nog steeds vijf deelnemers in de race. In onze Wie is de Mol?-thermometer zetten we henop een rijtje. Wie zijn potentiële Mollen, wie houden we verder nog in de gaten (trust nobody) en wie beschouwen we als onschuldige kandidaten?
Is Jan de Mol?
Wat was dat een prachtig beeld: Jan rijdend door een Georgisch dorpje in een veel te zwaar beladen Lada. Via handige manoeuvres weet hij de auto inclusief de wankele karrenvracht aan meubels op het dak naar de eindbestemming te loodsen. Hier zou de Mol toch makkelijk wat spullen naar beneden kunnen laten kukelen om zo minder geld te verdienen? Ook in het verlaten hotel, waar de kandidaten vijftig kamers moeten doorzoeken, brengt Jan geld binnen. De thermometer blijft laag.
Is Olcay de Mol?
“Ruben! Ruben!” De hotelopdracht is nog maar net bezig of Olcay is al keihard aan het roepen of Ruben haar kan bevrijden. Als ze even later kan rondlopen, is ze uiterst fanatiek kamers aan het openmaken en vindt ze twee keer direct bij binnenkomst geld. Tijdens de laatste opdracht kunnen de kandidaten ervoor zorgen dat niemand na de test z’n scherm hoeft te zien, maar Olcay wil in plaats daarvan voor geld spelen. Alles schreeuwt dus: niet de Mol!
Is Ruben de Mol?
Opeens wilde Ruben vorige week penningmeester worden. En wat bleek? Vlak daarna kreeg de penningmeester een aparte positie in een opdracht – toen nog niet zo invloedrijk. Maar deze week krijgt de penningmeester opnieuw een aparte positie: Ruben is bij opdracht 1 als enige niet opgesloten in een hotelkamer, maar vormt de eerste schakel bij de bevrijding van de rest. Zo kan hij kostbare tijd verspillen. Het is niet helemaal duidelijk of hij dat doet, maar uiteindelijk bevrijdt hij Jan wel, zodat die Olcay kan bevrijden, enzovoort.
Is Simone de Mol?
“Ik ben de Mol”, lacht Simone tegenover Ruben. Wat zou het geweldig zijn als het echt zo is – dat Simone hier gewoon lekker de waarheid vertelt. Is ze (zoals de afleveringstitel luidt) verlost van haar leugen? Het zou heel goed kunnen. Ook al rent ze ‘als een wilde stier’ door het hotel in opdracht 1, Simone vindt helemaal geen geld. Stopte zij soms dat briefje van 500 euro weg? Tijdens de verhuisopdracht lijkt er nog vrij veel ruimte over in haar auto: daar hadden best nog wat spullen bij gekund voor 50 euro per stuk.
Is Stine de Mol?
“Niemand die mij hoorde”, klaagt Stine in het verlaten hotel. Nee, vind je het gek, als je alleen zachtjes op de deur klopt en met je sleutelbos rammelt? Stine roept haar medekandidaten amper – het lijkt wel alsof ze niet bevrijd wil worden. Uiteindelijk wordt ze toch verlost, maar vindt ze helemaal geen geld en laat ze anderen die een van haar sleutels nodig hebben gewoon zitten. Zeer verdacht! In de laatste opdracht hoort Stine bij het groene bord, waarvan ze bij een fout antwoord een vakje naar rood moet draaien. Stine beantwoordt allebei haar vragen verkeerd en speelt zo twee keer 500 euro weg. Als enige.