Lieve Cratzia,
Ik weet niet veel van jou, heb zelfs je gezicht nooit gezien. Wel heb ik even met je kunnen praten. Jij, hangend vanuit het raam van het verzorgingstehuis met een mondkapje op. Naast je zat mijn opa van 101, die onlangs was opgenomen in het verzorgingstehuis waar jij werkt. Ons gezin stond vanaf de straat naar het raam te zwaaien en hield grote borden op met de tekst ‘Lieve opa hopelijk tot snel.’ Snel betekent bij ons thuis ook iets anders, namelijk: ‘Slagen Na Enkele Lessen.’ SNEL de bekendste rijschool van Amsterdam-Noord, waarvan mijn opa de trotse eigenaar was.
“Hoe gaat het met hem?”, vroeg ik je vanaf de straatkant. Je antwoordde hoopvol, maar toen ik wegliep wist ik zeker dat het de laatste keer was dat ik hem gezien heb.
Woensdag 15 april is mijn opa overleden. De uitslag van de coronatest is nog niet binnen, maar alle symptomen wijzen erop dat hij aan het virus is overleden.
Cratzia, ik wil je bedanken voor de liefde voor je vak. Werken in een verzorgingstehuis waar vele mensen sterven maakt je een heldin. Mijn opa was een sterke man, met veel pit en welbespraakt, kortom een echte persoonlijkheid. Hij zou als het had gekund na deze crisis naar Het Binnenhof gereden zijn. Daar met zijn grote vuisten op de tafel geslagen hebben en eisen dat helden, zoals jij Cratzia, meer geld moeten krijgen.
Hoe rijk, hoe trots, hoe belangrijk we ook denken te zijn. Aan het eind van de rit zijn we afhankelijk van de liefde van iemand die het aandurft om te werken aan het front. Daar waar we het hardst getroffen worden, moeten onze helden meer krijgen dan een groot applaus.
En snel, zou opa zeggen...voor alle Cratzia’s!