Column

Carlo Boszhard dacht niet herkend te worden bij zijn vaccinatie

17 juni 2021 12:24 | columns | Door Irma Tomas

© RTL/Televizier
De grote prikdag was aangebroken voor Carlo Boszhard. En met zijn mondkapje op dacht hij niet herkend te zullen worden. Dat liep anders.

Prik,

Op naar een sportzaal die is omgedoopt tot vaccinatiepaleis. Ik heb alles meegenomen: paspoort, gezondheidsverklaring, goed humeur. Het voordeel van een mondkapje is dat niemand je herkent. Fijn, want op deze ‘prikdag’ wil ik graag opgaan in de menigte. Als je in een rij staat en je het even niet wilt hebben over bijvoorbeeld de matchscore van Married at first sight, dan lukt dat met een mondkap op aardig goed.

Ik wacht, de rij is lang en er is ook nog een storing. Iemand vraagt me waarom ik niet gelijk Jan Dulles had herkend in The masked singer. “Sorry, u bent waarschijnlijk beter in mensen herkennen, want u herkent mij nu ook gelijk”, reageer ik. “Dat komt juist door je mondkapje, er staat The masked singer op.” Stom, ik heb inderdaad een mondkapje op met het logo van The masked singer, dat zat nog in mijn jaszak. Een leuk aandenken, gekregen van de productie van het programma.

Ik kijk snel of ik een andere bij me heb en gelukkig vind ik nog een gewone zonder enige verwijzing. “Komt u maar”, zegt een aardige dame. Ik leg mijn papieren neer en ze kijkt in mijn paspoort. Ineens lijkt ze boos. Dan haal ik mij van alles in mijn hoofd. Ze loopt vast naar achteren om te vragen aan een medewerker of de prik straks extra pijnlijk in mijn arm gezet kan worden. En niet met Pfizer, maar met een vloeistof die je aderen in een keer wegbrandt. Maar de dame lacht weer, gelukkig.

Ik mag doorlopen en plaatsnemen op een stoel. Een bezwete man loopt naar mij toe, in zijn ogen lees ik paniek. Dit verbeeld ik me weer, denk ik. Maar ineens staat hij voor me en iedereen kijkt. “U bent au... au…” De man komt niet uit zijn woorden. Ik zie in zijn ogen dat hij mij herkent, maar wat wil deze man? “U bent autistisch? Dat moest ik u vragen van mijn collega.”

Ik antwoord ontkennend en op de achtergrond hoor ik een vrouwelijke collega gieren. Het klinkt zo hard dat iedereen in de sportzaal naar het schouwspel kijkt. Wat nu? De arme prikbegeleider is erin geluisd, maar het lijkt me niet een grap om hard om te lachen. Ik buig voorover en zeg: “Wat ik wel weet, is dat mensen met autisme vaak enorm intelligent zijn.” Vijf minuten later zit er een spuit in mijn arm, ik voel niks. Ik ben hoogstens een beetje prik-kelbaar.

Meer over