Wat heb ik me geërgerd aan neurochirurg Kees Tulleken en zijn vrouw, NRC-journalist Jannetje Koelewijn.
De twee maakten een rondje langs de media om te verdedigen waarom ze vertrouwelijke patiënteninformatie over prins Friso hadden gepubliceerd. Ze zeiden dat de Oranjes als een soort ‘nationale familie’ beschouwd moeten worden en dat we dus allemaal mogen weten hoe de vork in de steel zit. Ook hoorde ik Tulleken op de radio zeggen dat de koninklijke familie waarschijnlijk wel meer had willen zeggen, maar dat dat niet mocht van de RVD. Onzin!
De ambtenaren van de Rijksvoorlichtingsdienst bepalen zeker in dit soort situaties niet wat er mag worden gezegd. De koningin heeft het laatste woord. Bovendien vind ik dat je je ook als journalist in mensen moet kunnen verplaatsen voordat je iets publiceert.
Zo hoorde ik een paar jaar geleden via ‘een betrouwbare bron’ over de zwangerschap van een prinses. Die was echter in zo’n vroeg stadium, dat haar eigen vrienden het nog niet eens wisten. Dat vond ik sneu. Ik heb de betreffende prinses er toen van op de hoogte gesteld dat ik ervan wist, maar dat ik het nieuws niet zonder haar toestemming op straat wilde gooien. Zij blij en ik uiteindelijk ook: ik kreeg een maand later de officiële primeur.
Op het moment dat ik deze column schrijf, is er helaas nog geen nieuws over de toestand van prins Friso. Mocht dat er wel zijn, dan hoop ik dat de familie zelf het als eerste hoort en naar buiten brengt.
Peter van der Vorst is tv-producent, royaltydeskundige bij RTL Boulevard en presenteert Van der Vorst Ziet Sterren en Gepest. Hij schrijft over tv maken en tv kijken. U kunt reageren via Twitter @petervdvorst