Kerst is voorbij en we hebben ons quotum tv-cabarethumor wel weer gehaald voor de komende tijd. Ik moet als collega-cabaretier daar dan ook altijd aan diverse kerstdissen en oudejaarsbanketten mijn 'professionele' mening over geven.
Raar genoeg kijk ik weinig naar cabaret omdat ik dan toch het idee heb dat ik aan het werk ben. Of dat de anderen veel te goed zijn, en daar word ik dan depressief van. Of ze zijn te slecht, en daar word ik ook depressief van.
Wel ben ik op kerstavond naar de allerlaatste voorstelling geweest van Erik van Muiswinkel en Diederik van Vleuten.
Ze stoppen ermee. En dat is maar goed ook.
Ze zijn bekend van hun imitaties, maar intussen is iedereen die ze imiteerden met pensioen (Harry van Raaij), aan het dementeren (Anton Geesink), van achter de geraniums aan een bluescarrière begonnen (Willem van Hanegem), met de noorderzon vertrokken (Ronald Koeman) of gewoon dood (Boudewijn Buch, Willem Oltmans).
Sowieso gingen hun programma's altijd over boeken die niemand had gelezen, met muziekjes waar niemand van gehoord had en werd er verwezen naar filosofen waar niemand behoefte aan had. Het was ouderwets, niet meer van deze tijd.
Godzijdank hebben ze na deze ondraaglijke lijdensweg voor vrijwillige euthanasie gekozen.
Erik kan eindelijk zijn droom laten uitkomen en nu per dag in plaats van één twéé schandalig goedbetaalde schnabbels doen. En Diederik gaat in de kleine zaaltjes solo de brieven van zijn opa voorlezen. Een moedig besluit.
Woorden van gelijke strekking heb ik bij hun afscheidsavond mogen uiten. Maar het waren natuurlijk verborgen woorden van liefde en bewondering. En afgunst. Gelukkig hebben we de tv-registraties nog. En ook over tien jaar kunnen we die kijken.
Dat je niet weet wie Anton Geesink was of Harry van Raaij maakt eigenlijk helemaal niet uit. De Chinese Paul van Vliet-imitator is over honderd jaar nog steeds grappig, net als het NRC- mannetje.
Ik stel voor dat we met de volgende kerst al hun programma's in één week laten zien. En dan zullen Erik en Diederik nog spijt krijgen van hun beslissing om ermee te nokken.
En wij ook.
Joep van Deudekom