'In de bioscoop zag ik Bohemian Rapsody over het leven van Queen-zanger Freddie Mercury. De film begint en eindigt met een optreden van de legendarische band op Live Aid, het grote popconcert dat op 13 juli 1985 gelijktijdig in Londen en Philadelphia werd gehouden. Ik weet nog precies hoe ik als 13-jarige op die warme zaterdag buiten in de tuin op een klein zwart wit tv-tje samen met mijn broer en ouders zag hoe Freddie het Wembly-stadion betoverde met een weergaloos optreden.
Op de een of andere manier werd ik enorm geraakt door die sprong terug in de tijd. De eighties waren ook de jaren waarin ik worstelde met m’n homoseksualiteit, net zoals de Queen-frontman dat jaren had gedaan voordat hij uit de kast kwam en daarmee ook voor mij een voorbeeld werd. Een dag na dat bioscoopbezoek zat ik in Carré bij een concert van Doe Maar en werd ik wéér teruggekatapulteerd naar de jaren tachtig, maar nu op een hele andere manier.
Samen met zo’n vijftienhonderd anderen blèrde ik alle hits van de band mee. Toen ze in 1984 uit elkaar gingen was ik nog nét te jong om bij hun afscheidsconcert te zijn. Ik moest het doen met de tv-beelden. Maar nu was ik er wél bij en mocht ik mijn helden van toen zelfs backstage ontmoeten. Ik vroeg Henny Vrienten (70!) wanneer er nu eindelijk een Doe Maar-film komt. Hij antwoordde dat tot nu toe het juiste script niet voorbij was gekomen. Jammer, want het verhaal van Doe Maar is minstens zo interessant als dat van Queen. Dus filmmakers van Nederland: grijp die kans!'