Deze column deed ik gedeeltelijk een tijd terug al bij het radioprogramma van Giel op 3FM. Uit de reacties op Twitter bleek ik de juiste snaar te hebben geraakt. Daarom, geheel tegen mijn gewoonte in ga ik die snaar nog een keer proberen te raken.
Het gaat over de afgelopen donorweek. Iedereen herinnert zich vast nog De Grote Donorshow van BNN, die wereldwijd
aandacht kreeg.
Geweldig goeie grap; ik ging volledig mee. De bedoeling was om daar zo veel mogelijk nieuwe donoren mee te winnen. Dat bleken er uiteindelijk slechts 7100 geweest te zijn.
Veel te weinig. Blijkbaar werkt het niet zo.
Maar wat werkt dan wel? Het valt mij op dat veel mensen pas overstag gaan als ze direct geconfronteerd worden met een aangrijpend persoonlijk verhaal van iemand wiens leven wordt gered door een donor.
Die techniek werkt ook bij goeie doelen. Een filmpje van een zwart jongetje met een hongerbuikje dat M’bulu heet en met grote ogen de camera in kijkt, maakt meer emoties en geld los dan een getal van drie miljoen hongerdoden.
We worden pas geraakt door persoonlijke verhalen. Ik heb serieus overwogen om te vertellen dat mijn zoontje op driejarige leeftijd
een nieuwe nier had gehad en daarom nog leefde. Maar ik doe het niet. Omdat het niet waar is. Mijn zoontje is namelijk op driejarige leeftijd overleden omdat er geen donornier beschikbaar was.
Dat is ook niet waar, maar u schrok toch even.
Het verhaal is natuurlijk wel waar; er sterven namelijk driejarige zoontjes omdat er geen donorhart beschikbaar is, maar zij zijn alleen niet mijn zoon. Maar wat maakt dat nou uit?
Na de nationale donorshow wilde ik zelf ook donor worden, maar toen was mijn printerpapier op en ben ik het daarna weer vergeten. Laksheid. Ik kan er niet meer van maken.
Ik schaam er ook voor.
Dus ik heb vorige week het formulier ingevuld. Er is namelijk geen enkel goed argument te bedenken om het niet te doen. Er is vooral maar één goed argument om het wel te doen. Iedereen die zelf een orgaan van een ander zou accepteren, moet zich de oren van zijn kop schamen als hij zelf geen donor is.
Iedereen die geen donor wil zijn, prima, maar dan moet je ook een briefje bij je dragen: ik wil geen orgaan van een ander, want ik ben zelf ook geen donor. En anders ben je een slappe principeloze zak hooi. Net als ik tot vorige week.
Iedereen die hier langer dan tien seconden over nadenkt, kan alleen maar besluiten om donor te worden. Elk argument tegen is een smoes en dat weet je zelf heel goed.
www.jaofnee.nl
Joep van Deudekom