Een van de leuke dingen van mijn vak is dat je nog 'ns ergens komt. Laatst kwam ik een oud schoolschriftje tegen met daarin een opstel over wat ik later wilde worden.
Ik was 10, maar schreef toen al: ‘journalist, omdat je dan veel mag reizen’. Nou, díe droom is uitgekomen. Door mijn werk heb ik al heel wat van de wereld gezien. Toch is dat reizen zelf niet altijd even leuk. In de afgelopen twee weken vloog ik bijvoorbeeld op en neer naar Londen, Parijs, Cannes, Kopenhagen, New York en Las Vegas.
En volgende week staat er weer een tweedaags tripje op stapel naar Kaapstad. De gemiddelde piloot of stewardess maakt
minder vlieguren. Natuurlijk is het leuk om op al die plekken te komen, probleem is alleen dat je er weinig van meekrijgt. Meestal vlieg ik ergens heen, ga ik direct aan de slag en vlieg ik dezelfde dag of de volgende ochtend weer terug naar Nederland, omdat ook daar werk en gezin moeten doordraaien. Best vermoeiend.
Bovendien is vliegen ook niet de prettigste bezigheid. Je droogt ervan uit, je darmen raken in de war, een verkoudheid wordt er alleen maar erger door, je moet vaak urenlang wachten en aan hevige turbulentie en jetlags zal ik nooit wennen. Maar als je me vraagt of ik zou willen ruilen met iemand die van 9 tot 5 op kantoor zit, dan zeg ik tóch hartstochtelijk nee.
Want wanneer ik eenmaal op de plek van bestemming ben aangekomen, realiseer ik me altijd weer dat ik de droom leef die ik als kind al had. En hoeveel mensen kunnen dát nou zeggen?!