De afgelopen weken was het 'vluchtelingenprobleem' een veelbesproken thema op televisie. Logisch, want de nood is hoog.
De foto van de driejarige Aylan op het strand van hetvan het Turkse Bodrum was een keerpunt. Hoe intens verdrietig ook, door dat plaatje leken we allemaal wakker geschud te worden. Ook ik. Tot dat moment had de oneindige stroom mensen die Europa binnenkomt nog iets abstracts. Maar door het verhaal van het verdronken jochie en zijn familie kwam het ineens heel dichtbij. En natuurlijk wil je dan iets doen. Maar wat? En hoe?
Geld geven is het eerste wat dan in je opkomt en dat heb ook ik gedaan, maar liever zou ik net als heel veel anderen nog
concreter willen helpen. Wij hebben thuis een kamer over waar we mensen zouden kunnen herbergen, maar wanneer je
je erin verdiept blijkt dat lang niet altijd de verstandigste oplossing te zijn en vaak alleen maar meer problemen op te leveren.
Ik zou natuurlijk programma’s kunnen maken over vluchtelingen, maar ja: wat zou ik in vredesnaam nog kunnen toevoegen aan het enorme aanbod dat er al is? Mensen oproepen via Twitter om vooral geld te blíjven geven, is een optie. Doe ik ook. Maar dat levert vooral verbitterde en keiharde reacties op van types die vinden dat al die ‘gelukszoekers’ het aan zichzelf te danken hebben en weg moeten blijven.
En ondertussen komen er dagelijks honderden of zelfs duizenden Aylans bij in gammele bootjes op zee. Wat moeten we doen? Wat kúnnen we echt doen? Ik heb werkelijk geen idee.