Hoe veel televisie is eigenlijk goed voor een kind? Dat is de vraag waarmee iedere ouder worstelt, en wij dus ook. Onze zoon is net zes geworden.
Als het aan hem ligt, zit-ie de hele dag voor de buis of met een iPad in z'n handen. Natuurlijk willen wij dat niet, want hoewel ik zelf talloze uren televisie per jaar maak, is het natuurlijk niet per se gezond om er constant naar te kijken.
Daarom stimuleren we hem om vooral ook buiten te spelen, te knutselen en te kleuren. Dat doet-ie allemaal vol overgave, maar uiteindelijk komt toch altijd de vraag: 'Mag ik dan nú een filmpje kijken?' Tja, en wanneer zeg je dan ja of nee? Zeker wanneer je als vader zelf ook om de haverklap op je mobieltje of tablet zit te staren.
Na een rondvraag in onze vrienden- en familiekring blijkt dat ieder gezin er weer andere regels op nahoudt. Inmiddels hebben we zelf onze weg gevonden. Doordeweeks gaat er 's ochtends geen beeldscherm aan in huis. Veel gezelliger! Ook de telefoontjes van de papa's komen niet op de ontbijttafel, hoe moeilijk we dat soms ook vinden.
Alleen 's avonds, voordat we gaan eten, mag zoonlief een halfuur kijken. In het weekend gelden er andere regels. Terwijl wij uitslapen mag hij dan naar zijn favoriete series kijken. Toch zit daar ook een grens aan, en niet altijd omdat wíj die stellen.
Afgelopen zondagochtend stormde hij onze slaapkamer binnen en riep luidkeels: 'Komen jullie er eindelijk uit, want ik word gék van die televisie!' Sommige dingen lossen zich dus vanzelf op.