Peter van der Vorst was onlangs op de Antillen en volgde het koninklijk bezoek van Willem-Alexander en Máxima op de voet.
Het koningspaar bezocht maar liefst zes eilanden in tien dagen. Een slopende reis, ook voor de royaltypers die erachteraan sjokt. Dat zeg ik uit ervaring, want ik heb die hele tour al twee keer gedaan met koningin Beatrix én met Willem-Alexander en Máxima, kort na hun huwelijk.
Je springt vliegtuig in, vliegtuig uit en staat de hele dag in de bloedhitte in je nette pak toe te kijken hoe onze royals overal feestelijk worden onthaald door kinderen, bejaarden en hoogwaardigheidsbekleders. Ruimte voor ontspanning is er niet. Ik vond het dus geen ramp dat ik dit keer vanwege tijdgebrek alleen verslag kon doen van hun bezoek aan Bonaire.
Maar dat was al voldoende om te zien hoe anders de stijl is van de koning vergeleken met die van zijn moeder. Sowieso gaat alles veel sneller. Hij en Máxima (die steeds drie passen áchter haar man loopt) houden de vaart erin, als verslaggever kun je ze nauwelijks bijbenen. Ontmoetingen duren korter, maar het paar vraagt wel meer door in gesprekken en durft ook kritischer te zijn dan Beatrix. Bovendien mogen cameraploegen nu vaker hun geluidshengel in de buurt van het stel houden, waardoor je als kijker meer meekrijgt van wat ze zeggen.
Willem-Alexander laat ook zien dat hij sterk en daadkrachtig is. Als een soort ‘superking’ bestuurt hij zelf het regeringsvliegtuig, gaat de confrontatie aan met demonstranten en duwt opdringerige reporters beslist, doch vriendelijk weg. En dat alles voor het oog van de camera. Verfrissend! Wat mij betreft mag hij zo doorgaan!