Hoe ga je als programmamaker om met mensen die voor de camera in huilen uitbarsten?
Op dit moment zit ik middenin de opnameperiode van twee series waarbij ik mezelf die vraag geregeld stel. In Gepest! brengen we pestkoppen en hun slachtoffers samen en in het nieuwe programma Mijn leven in puin proberen we mensen met een dwangmatige verzamelwoede te helpen.
Bij beide programma’s vloeien er geregeld tranen van woede, verdriet of blijdschap. Het is soms lastig om te bepalen in hoeverre je dat moet tonen. De grens tussen respect en sensatie is bijzonder dun. Bij Gepest! bijvoorbeeld willen we natuurlijk wel dat de hoofdpersoon laat zien wat zijn pestverleden met hem doet. Daardoor krijg je als kijker ook meer begrip en sympathie voor iemand.
Heel soms komt het voor dat iemand zichzelf niet meer in de hand heeft en hysterisch begint te gillen of te huilen. Dan kun je daar natuurlijk vet op inzoomen en het volledig in beeld gaan uitmelken, maar daar doe je niemand een plezier mee. Kijkers voelen zich er ongemakkelijk bij en de mensen over wie het gaat durven de volgende dag niet meer over straat.
Mijn stelregel is altijd dat de emoties die we laten zien écht zijn en iets bijdragen aan het verhaal dat we willen vertellen. En nóg belangrijker: de hoofdpersoon mag nooit schade ondervinden van het feit dat ze zichzelf blootgeven op televisie. We willen mensen immers helpen, maar niet van de regen in de drup.
Peter van der Vorst is tv-producent, royaltydeskundige bij RTL Boulevard en presenteert Van der Vorst ziet sterren en Gepest. Hij schrijft over tv maken en tv kijken.
U kunt reageren via Twitter @petervdvorst