Met Philip Freriks

75 jaar geleden: D-day

19 april 2019 11:00 | informatief | Door Irma Tomas

© Bram de Graaf/Omroep MAX
Op 6 juni 1944 vond de invasie in Normandië plaats. Voor Omroep MAX treedt Philip Freriks in de voetsporen van de mannen en vrouwen die een rol hadden in Operatie Overlord.

“Okay, let’s go.” Met deze woorden viel op maandag 5 juni 1944 het besluit voor de tot dan toe grootste gecombineerde amfibische- en luchtlandingsoperatie ooit: Operatie Overlord. Een dag later, op D-day, landden tienduizenden geallieerde soldaten in het Franse Normandië om een einde te maken aan de Duitse bezetting van West-Europa.

Generaal Rommel

De Duitsers verwachtten de landing bij Calais, waar de afstand tussen Groot-Brittannië en het vasteland het kortst is. Ze waren dan ook verrast, mede door het slechte weer. Volgens de Duitse generaal Rommel zouden de eerste 24 uur beslissend zijn, voor beide partijen zou het ‘de langste dag’ worden.

Ten koste van ruim 5000 doden wisten de geallieerden op alle landingsplekken op D-day een bruggenhoofd te vestigen. Toch zou het nog ruim twee maanden duren voordat de Duitsers in Normandië werden verslagen en de bevrijding van Europa écht kon beginnen.

Philip Freriks

Philip Freriks, zelf anderhalve maand na D-day geboren, presenteert voor Omroep MAX de serie In de voetsporen van D-day. Het afgelopen jaar reisde hij daarvoor door Europa en Noord-Amerika, waar hij sprak met deelnemers aan de slag, onder wie ook Nederlanders. “Die oorlog is voor mij en mijn generatie een belangrijk onderdeel van ons leven”, zegt Freriks, wiens broertje Jan bij de bevrijding van Nederland omkwam. “Niet dat ik getraumatiseerd ben, maar het is bijna deel van mijn identiteit. Dan is het voor mij extra interessant om bij zo’n programma betrokken te zijn.”

Freriks woont sinds 1966 in Parijs en is getrouwd met een Française. Hij maakte al eerder reportages over D-day en merkte dat mensen er nu anders mee omgaan dan voorheen. Vooral voor de Duitse kant van het verhaal is meer belangstelling. “Toen ik jong was, werd er nog heel zwart-wit gekeken. De Duitsers waren ‘moffen’ en het leukste was ze de verkeerde kant opsturen als ze de weg vroegen. Als ze vertelden over hoe hun land was gebombardeerd, was het al snel: eigen schuld, dikke bult. Nu kijken we daar genuanceerder tegenaan. Er is ook aandacht voor hun leed.”

SS'er Bissoir

Voor de serie bezocht Freriks de voormalige Waffen SS’er Erich Bissoir. Hij vond dat best lastig, geeft hij toe. “Ik realiseer me ook dat kijkers daar vraagtekens bij zetten. Maar ik ben zo open mogelijk dat gesprek aangegaan. Voor zover we hebben kunnen achterhalen, heeft zijn eenheid zich niet schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden. Ik wilde vooral begrijpen hoe een jonge Duitser daar terechtkwam. Dat heeft hij me ontzettend goed uitgelegd.”

Deze Bissoir was dertien toen in 1938 de Kristallnacht plaatsvond. In zijn woonplaats zag hij de synagoge afbranden. “Iets zei hem dat het niet klopte. Zoals vrijwel iedere jongen van zijn leeftijd kwam hij bij de Hitlerjugend. Daar werd hij militair gedrild. Wie niet meedeed, kon geen opleiding volgen. Duitsland had een tijd van armoede en crisis achter de rug, en opeens was daar Hitler, was de ellende voorbij en behaalde het Duitse leger succes op succes. De efficiënte Duitse propaganda wakkerde de euforie aan. Die jochies van 14, 15 jaar waren trots en wilden meedoen. Ik kan me dat goed voorstellen op die leeftijd.”

Veteranen hebben begrip

Het verraste Freriks dat er nog zo veel veteranen in leven zijn, wier voetsporen hij kon volgen. Dat maakt de serie ook anders, vindt hij. “Het zijn echt de laatste ooggetuigen; over vijf jaar zijn ze er niet meer. Het is opvallend hoe goed ze zich die periode nog herinneren. Velen van hen zijn er pas op late leeftijd over gaan praten.”

Wat Freriks bijbleef: de veteranen van beide kanten hebben begrip voor elkaar. “Ze waren allemaal jong en werden die oorlog in gestuurd. Wat wisten ze van het leven? Dat is iets wat mij raakt. Die oorlog zit nog onder hun huid; die heeft hen voor het leven beschadigd. Maar ze hebben geleerd ermee om te gaan. Geen van hen praat ook met bravoure over zijn daden. Een Canadese bommenrichter vertelde hoe hij vanuit zijn koepel de bommenwerpers van zijn kameraden uit de lucht geschoten zag worden. Hij was doodsbang. Maar toch meldde hij zich als vrijwilliger voor extra vluchten. Dat was zijn plicht.”

Al deze veteranen hadden ook dezelfde boodschap: “Dít nooit meer. Ze maken zich allemaal zorgen om bepaalde politieke ontwikkelingen in de wereld. Het is een waarschuwing voor de jeugd. Ze brachten zware offers voor onze vrijheid. Tegen de 93-jarige Britse parachutist Frank Pendergast zei ik: U bent de overwinnaar. Al was de prijs wel hoog. Met tranen in zijn ogen antwoordde hij: ‘Té hoog.’ Dat gevoel hebben ze allemaal.”

In de voetsporen van D-day | vrijdag | NPO 2 | Omroep MAX | 21.05 uur

Meer over