Tekst: Tijgerbloed teksten
Je lijkt op je plek bij Op1. Voelt dat ook zo?
“Ja, zeker. Natuurlijk loopt de ene uitzending beter dan de andere. Maar ik voel me er vanaf het begin thuis. Ik zit graag aan een tafel met mensen, vind het fijn om dienend te zijn, gasten een verhaal te laten vertellen. Ik ben niet van de show en ik kan niets spelen. Elke vraag moet ik ‘voelen’, ik wil altijd oprecht nieuwsgierig zijn naar het antwoord. Aan het begin van de coronacrisis kreeg ik een briefje van een kijker: ‘Jij stelt de vragen die wij allemaal hebben.’ Dat is mooi om te horen.”
Je duopresentatie met Charles Groenhuijsen wordt geprezen. Wat is jullie geheim?
“We hebben een klik, meteen vanaf het begin. Charles vindt het fijn dat ik – net als hij – geen zenuwpees ben. We geven elkaar de ruimte. Sinds we verder uit elkaar zitten is het wel wat lastiger, we kunnen elkaar geen tikje meer geven met de voet. Nu seinen we soms met onze handen. Naar voren betekent: ik wil iets zeggen. Opzij betekent: ga jij maar. Maar als je diep in een gesprek zit, dan let je daar niet op.”
Ben je erg ambitieus?
“Perfectionistisch vooral. Als iedereen roept dat het een mooie uitzending was, denk ik altijd aan wat beter kon. Ik kan dat wel beter loslaten dan vroeger. Maar ik vind wel dat ik de uitzending terug moet kijken, om te blijven leren. Tegelijkertijd is er zo veel dat ik ook wil zien en met twee kleine kindjes kan ik er vaak geen rustig moment voor vinden. Misschien is dat ook wel beter. Juist om het spontaan te houden.”
Je roots liggen in de sportverslaggeving, je hart ook nog steeds?
“Ik vind het wel altijd leuk als we sportgasten hebben. Ik hoor weleens dat ik dan een twinkeling in mijn ogen krijg. Maar het is niet zo dat ik nu droom van een sportprogramma. Ik zie wel wat op mijn pad komt. Op1 had ik ook niet verwacht en daar ben ik zo blij mee.”
Kijkt je vader, sportverslaggever Evert ten Napel, altijd naar je uitzendingen?
“Hij is betrokken, denkt mee, stuurt onderwerpen door. Als ik een sportonderwerp heb, dan bel ik hem. Redactieoverleg noemen we dat. ‘Kom maar op’, zegt hij dan, en dan sparren we samen. Hij reageert na elke uitzending. Is altijd positiever dan ik.” Ze lacht: “Al vond hij wel dat ik politicus Geert Dales iets te pittig had aangepakt.”
Samen maakten jullie het MAX-programma Hunebed highway, smaakt dat naar meer?
“Het blijft uniek om met mijn vader samen te werken. Voor TV Gelderland maakten we samen sportprogramma’s. Ik zou het leuk en bijzonder vinden om nog zoiets met hem te doen, en dan voor een landelijke omroep.”
Op1 | woensdag | NPO 1 | Omroep MAX | 22.20