In het tweeluik Terug naar de Akbarstraat van filmmaker Gülsah Dogan is Felix Rottenberg terug in de Amsterdamse Kolenkitbuurt, waarover hij twintig jaar geleden al een documentaireserie maakte. Hij laat zien hoe de achterstandswijk zich sindsdien heeft ontwikkeld.
Tekst: Ernest Marx
Hoe was het twintig jaar geleden in de Akbarstraat?
“We hebben daar in 2001 acht maanden gefilmd. Er woonden veel verschillende nationaliteiten, maar overwegend Marokkanen en Turken. Er was geen goede vuilnisvoorziening en bij een school waar we filmden stonden ouders die nauwelijks Nederlands spraken. Het was sociaal en economisch een kwetsbare straat met hoge werkloosheid. De Kolenkitbuurt gold als een van de slechtste buurten van Nederland.”
Ben je de wijk in de tussenliggende jaren blijven volgen?
“Ik ging er af en toe heen. Met sommige mensen had ik door de documentaireserie een vrij intensief contact. Ik word er altijd uitermate gastvrij en warm ontvangen. Echt geweldig. Maar toen ik in 2017 met de voorbereidingen voor dit tweeluik begon en de mensen vroeg of ik weer op ze kon rekenen, was dat niet vanzelfsprekend. Ze hebben veel verwijten, zoals: ‘Nederland heeft ons de afgelopen twintig jaar in de steek gelaten.’”
Waarom voelen zij dat zo?
“Dat komt deels door de verharding van het maatschappelijke debat en de opstelling van mensen zoals Wilders en Baudet. De discussies gaan veelal over ‘wij’ en ‘zij’ maar niet over ‘ons’. Veel bewoners van de Akbarstraat voelen zich daardoor niet serieus genomen.”
Inmiddels is hun wijk toch wel flink opgeknapt?
“Uiterlijk zeker. Woningen zijn gerenoveerd. Aan de achterkant van de Akbarstraat staat een enorm nieuw pand, Rhapsody, dat zelfs in aanmerking kwam voor belangrijke Amsterdamse architectuurprijzen. Maar qua vormgeving staat het haaks op de stedenbouw van die buurt en het aantal sociale huurwoningen in dat pand is erg beperkt. Op die manier bereik je geen samenhang in zo’n wijk.”
Dit tweeluik vertelt dus geen jubelverhaal?
“Het is meer een ironisch verhaal. Immigranten zijn veelal een verrijking voor de samenleving. Maar als massa-immigratie een te grote omvang heeft, is dat een zware opgave. Zo ook in de Akbarstraat. Toch blijf ik optimistisch. De kinderen van toen zijn nu verpleegster, lerares, psycholoog of loodgieter. Hun ouders verrichtten nog ongeschoold werk, maar deze generatie vindt zijn weg omhoog en is voor de stad van eminent belang. Dat laat dit tweeluik ook zien.”
Waarom raad je mensen aan deze documentaire te kijken?
“Het is interessant en relevant om te zien hoe een achterstandswijk er twintig jaar later bij staat. Hoe gaat het met de jeugd van toen? Hoe bepaalt hun immigratieachtergrond nog steeds hun leven? Neem de jonge loodgieter Habil. Hij vertelt hoe een antiterreurbrigade hem en zijn vrienden staande hield en met mitrailleurs op de grond dwong. Het was een misverstand. Maar hun donkere uiterlijk speelde natuurlijk een rol. Het was een heftige en traumatische ervaring. Die jongens werden daarna niet adequaat opgevangen. Later die week kreeg Habil als excuus een lullig bloemetje toegestuurd. Maar als ze echte hulp zoeken, is die er niet. Dat is ook het verhaal van de Akbarstraat.”
Terug naar de Akbarstraat | woensdag en donderdag | NPO 2 | 22.15 uur