Interview met forensisch patholoog Frank van de Goot

22 januari 2018 11:53 | informatief | Door Televizier

© WNL

Frank van de Goot (50) is Nederlandse bekendste forensisch patholoog. In het WNL-programma Doden liegen niet duikt hij in dossiers van verdachte sterfgevallen. “Nabestaanden zijn vaak al blij dát ze bij iemand terecht kunnen.”

Tekst: Vanessa Vunderink

“Als kind was ik een boefje”, zegt Frank van de Goot. “School interesseerde me niet. In plaats van huiswerk te maken knutselde ik explosieven in elkaar. Dan kocht ik bij het tuincentrum een zak natriumchloraat – dat werd destijds nog gebruikt als onkruidbestrijding – en met de juiste hoeveelheid suiker knalde dat fantastisch. Ik heb nooit een voldoende voor scheikunde gehaald, maar wist alles van chemische verbindingen. Pas veel later ontdekte ik dat mijn gedrag keurig voldeed aan de definitie van – zoals dat mooi heet – een stoornis in het autistisch spectrum.”

Patholoog

Op de lts besloot de vijftienjarige Van de Goot patholoog te worden. “Een leraar verklaarde me voor gek, want dan zou ik nog minstens 25 jaar moeten studeren. Het werden er 22.” Hij werkte jarenlang bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), maar vertrok daar in 2010 – “Ik had moeite met het nogal dwingend management” – en richtte zijn eigen Centrum voor Forensische Pathologie (CFP) op. Daarnaast houdt hij zich bezig met forensisch dierenonderzoek op verwaarloosde en mishandelde dieren.

Ivana Smit

Dat neemt niet weg dat hij juist op het gebied van forensische pathologie een autoriteit is. Zo was hij onder meer betrokken bij de onderzoeken naar de dood van het achtjarige meisje Sharleyne Remouchamps en het fotomodel Ivana Smit, die beiden om het leven kwamen na een val een balkon. “Van de 350 pathologen in Nederland beoefenen er slechts vier forensische pathologie. Er is weinig nieuwe aanwas.”

Forensische pathologie sterft uit

Het is een uitstervend vak”, verzucht hij. “De pathologie is binnen de opleiding geneeskunde nagenoeg verdwenen. De nadruk ligt op de empatische dokter die naar zijn patiënten luistert. Pathologen zijn vaak autisten. Als studenten al voor pathologie kiezen, dan is het voor klinische pathologie (diagnoses stellen door weefsel- en celonderzoek, red.). Maar ik vind klinische en forensische pathologie één geheel. Als iemand door zijn hoofd is geschoten, kan hij nog steeds een hartafwijking hebben die wellicht consequenties heeft voor zijn kinderen.”

150.000 doden

Zijn voldoening haalt hij uit het feit dat hij nabestaanden kan vertellen waaraan hun dierbare is overleden, of meer zekerheid kan geven over de doodsoorzaak. Op dat punt is er nog een hoop te winnen, stelt hij. “Per jaar zijn er ongeveer 150 duizend doden in ons land. Zo’n drieduizend worden er onderzocht, waarvan circa tien procent een gerechtelijke sectie betreft. Dat betekent dat van het overgrote merendeel van de doden de werkelijke doodsoorzaak niet bekend kan zijn. Ondertussen verschijnen er wel berichten dat hart- en vaatziekten doodsoorzaak nummer 1 zijn, dat het aantal zelfmoorden schrikbarend hoog is en dat er zoveel ouderen overlijden na een val. Al die uitspraken zijn op niets gebaseerd, terwijl er wel beleid op wordt gemaakt.”

Doden liegen niet

Dat juist steeds meer mensen willen weten waaraan hun dierbare is overleden, blijkt wel uit de hoeveelheid aanmeldingen voor zijn programma Doden liegen niet. Hierin helpt hij nabestaanden die twijfel hebben over de doodsoorzaak van hun geliefde, door het lichaam op te laten graven en er sectie op te verrichten. Het programma ligt in het verlengde van het project Doodsoorzaakonbekend.nl, dat hij met strafrechtadvocaat Sébas Diekstra leidt. “Samen met een team van specialisten proberen we de ware doodsoorzaak van mensen te achterhalen.

Drieduizend aanmeldingen

Afgelopen jaar hebben we meer dan drieduizend aanmeldingen gekregen, waarvan we er zestig in behandeling hebben genomen. Daarvoor is echt niet in alle gevallen een obductie nodig. Vaak volstaat het bestuderen van de medische stukken of hoeft er alleen wat DNA van de overledene worden afgenomen. Nabestaanden zijn vaak al blij dát ze bij iemand terecht kunnen.”

Het doet me niets

Tot slot de vraag die hem vast het vaakst wordt gesteld: valt het werken met lijken hem emotioneel niet zwaar? “Nee, het doet mij helemaal niets. Dat kan ook niet anders. Je kunt een lijk alleen goed onderzoeken als je er zonder emotie naar kunt kijken.”

Doden liegen niet, maandag - 22.00 uur • NPO 3

Meer over