Nederlandse zwemmers trainen jaren hard om kort te vlammen in het bad.
Suzanne Raes volgt in de documentaire 0,03 seconde zwemmers in aanloop naar de Olympische Spelen van 2016. Ranomi Kromowidjojo vertelt.
Tekst: Vanessa Vunderink
Wat vind je van de film?
“Supertof! Ik vind dat Suzanne onze sport heel mooi in beeld heeft gebracht, zowel visueel als inhoudelijk. Volgens mij krijgt iedereen tijdens het kijken zelf zin om te gaan zwemmen.”
Was je niet bang dat de filmploeg jouw voorbereidingen op de Spelen zou kunnen verstoren?
“Die afweging heb ik wel gemaakt: als ik me volledig op de Spelen wil focussen, moet ik niet de afleiding van zo’n filmploeg hebben. Maar toen ik me wat meer in Suzanne ging verdiepen en zag wat ze eerder had gemaakt, besloot ik toch mee te werken. Het is mooi dat het zwemmen ook eens aandacht krijgt. Uiteindelijk viel het draaien reuze mee. Vrij snel vergat ik de camera en deed ik gewoon mijn ding.”
Je prestaties in Rio vielen nogal tegen. Met welk gevoel heb je naar die beelden gekeken?
“Het was de eerste keer dat ik ze terugzag. De races zelf heb ik natuurlijk wel geanalyseerd. Maar de beelden dat ik aantik, het ongeloof op mijn gezicht als ik zie dat ik geen medaille heb, geëmotioneerd uit het water kom, de blik van Ferry (Weertman, Ranomi’s vriend, red.) en mijn familie, die zag ik pas in de film voor het eerst terug. Dat was best heftig. Tegelijkertijd verbaasde het me hoe snel ik daaruit heb kunnen opkrabbelen. Een dag na mijn laatste olympische race ging het al beter met me en nu voel ik me sterker dan ooit.”
Heb je na de Spelen overwogen te stoppen?
„Voordat ik naar Rio ging, had ik duidelijk voor mezelf gesteld: Na Rio kijk ik hoe ik me voel en of ik zin heb om door te gaan. Ik weet niet of een prestatie daarvan afhankelijk is. Ik weet niet of ik was gestopt of doorgegaan als ik wel goud had gewonnen. Na Rio ben ik op vakantie gegaan en wilde ik even niet aan zwemmen denken. Maar na twee weken begon het alweer te kriebelen. Het gevoel dat ik nog niet heb laten zien wat ik kan, overheerste. Ik denk dat ik harder kan zwemmen dan ik tot nu toe heb gedaan. Dat is toch de beste motivatie.”
Helpt het dat je vriend Ferry ook profzwemmer is?
„Ja, want je hoeft niets uit te leggen. Dat je moet bent bijvoorbeeld. Omdat Ferry langeafstandzwemmer is, traint hij nog meer en is vaker moe dan ik. Het is fijn dat iemand ook dat verlangen en die drive heeft. Je snapt elkaar veel beter.”
Volgende week zijn in Boedapest de WK zwemmen. Met welk gevoel sta je daar?
„Ik wil laten zien dat ik er nog ben. Ik wil weer de beste van de wereld worden.”
2Doc: 0,03 seconde, maandag 17 juli, 20.25 uur • NPO2