Tekst: Dominique Hofman
“Zoek het allemaal maar uit, dacht ik toen ik als achtjarige op de rand van het balkon zat. Mijn hond is mijn redding geweest. Die keek me aan met een blik van, je gaat me toch niet alleen laten?” Voor Roland van Tilborg (49) is het zijn vroegste herinnering aan suïcidale gedachten. Hij groeide op in een flatje in Nieuwegein, zijn ouders beiden overspannen en verslaafd aan medicijnen.
Thuis was er veel ruzie. “Ze deden op hun manier hun best, maar het was geen optimale situatie voor een kind.” Met hen probeerde hij de juiste hulp te vinden, maar er was geen klik met de maatschappelijk werker. Vanaf zijn achttiende hielp de drank hem overleven. Om de negatieve gedachten te verdoven, al is het maar voor even.
Treinrit
Een treinrit van werk naar huis was vier jaar geleden bijna de laatste druppel. “Het had weinig gescheeld of ik was niet meer thuisgekomen. Ik voelde me zo eenzaam in die drukke trein. Mijn gedachten schoten van links naar rechts, ik verloor bijna de controle en dacht dat ik knettergek werd. Ik zag nog twee lichtpuntjes, mijn gezin en – daar zijn ze weer – mijn honden. Hierdoor wilde ik nog één poging doen om hulp te vinden.”
Burn-out
Die laatste poging was een bezoek aan de huisarts. Daar kreeg Van Tilborg nog een klap te verwerken. Hij bleek een zware burn-out te hebben. “Ik cijferde mezelf constant weg, een doorgeschoten eigenschap. Ging altijd maar door. Dat helpt natuurlijk niet als je ook een depressie hebt.” De bescheiden harde werker ging het een stuk rustiger aan doen en begon in zijn woonplaats Sint Maartensdijk een zaak in Zeeuwse streekproducten. Geen werkgever die druk op hem uitoefende, voortaan maakte hij zijn eigen keuzes.
Dankzij intensieve therapie praat Van Tilborg nu makkelijker over zijn depressie. “Het is een deel van mij en dat zal altijd zo blijven, daar ben ik me bewuster van geworden. Als je deze ziekte hebt, is het heel belangrijk dat je begrip krijgt van anderen en dat je weet dat je niet de enige bent met dit probleem. Hopelijk gaan kijkers van Leven voor de dood door mijn verhaal ook signalen herkennen in hun omgeving, of misschien bij zichzelf. Het zou net zo normaal moeten zijn als vertellen dat je diabetes hebt.”
Machocultuur
Praten over depressie en suïcidale gedachten is anno 2021 nog altijd niet de norm, dat heeft Van Tilborg ook gemerkt. Door zijn gezin en de rest van zijn omgeving voelt hij zich meer dan gesteund, maar onbegrip heeft hij – helaas – ook ervaren.
Een psycholoog die zei dat hij ‘gewoon’ een andere baan moest zoeken, zijn oud-werkgever die hem vriendelijk verzocht zijn persoonlijke verhaal niet meer elke dag op sociale media te delen. “Het zou op de partij afstralen. Maar wat moest ik dan? Mijn masker ophouden, zoals ik altijd al deed en waar ik kapot aan ging?” Hij hoopt dat hij ook mannen kan laten inzien dat zij hun problemen mogen delen. “Dat doen ze nog te weinig, wat allemaal te maken heeft met de heersende machocultuur.”
Carpe diem
Over de toekomst denkt hij niet na. Carpe diem is zijn levensmotto. Hoewel de coronacrisis en het daaropvolgende overlijden van zijn vader hem erg aangrijpen, voelt hij zich rustiger, mede dankzij de antidepressiva. Zijn leven geeft hij nu een 6,5. “Voor mij is dit voldoende, al kan het morgen weer minder zijn.”
Zijn hoofd vergelijkt hij met zijn moestuin. Sommige stukken zijn op orde, andere een grote puinhoop. Maar in diezelfde moestuin vindt hij ook rust. “Dan pak ik een kop thee erbij en kijk ik naar hoe zo’n zaadje groeit. Het gaat mij namelijk niet om de opbrengst. Ik geniet ook als ik zie dat een merel aan een van mijn aardbeien zit. Anderen jagen die vogel weg, maar ik denk alleen: die merel heeft er toch van genoten, voor mij is er nog genoeg.”
Leven voor de dood | woensdag | NPO 1 | 21.35 uur