Minister van Veiligheid en Justitie Ferdinand Grapperhaus is ook minister van Eredienst. Die functie is een erfenis uit de Franse tijd; hij werd in 1806 ingevoerd door koning Lodewijk Napoleon met als doel toezicht te houden op de godsdienstige beginselen. Het ambt is vanwege de coronacrisis nieuw leven in geblazen door de katholiek opgevoede Grapperhaus, vertelt hij in Adieu God? Het blijkt een constructief overlegorgaan in crisistijd.
Ferd in de kerk
Grapperhaus noemt zich gelovig, maar in een kerk komt hij pas sinds kort weer vanwege zijn functie. Die bezoeken ontroeren hem door de manier waarop kerkgangers omgaan met de beperkingen. Grapperhaus gelooft niet in een hiernamaals, toch zou hij ‘hevig teleurgesteld' zijn als Petrus hem niet zou binnenlaten.