Er zijn weinig steden die een betere belichaming zijn van de American dream dan Las Vegas, waar iemand die met een paar dollar op zak aankomt als miljonair weer kan vertrekken.
Casino
Kán, in werkelijkheid gebeurt dat zelden, anders kan een plek als deze niet bestaan. In Casino laat regisseur Martin Scorsese zien hoe Las Vegas uiteindelijk zelfs de mensen die de stad runnen, die de droom in stand houden en ervan profiteren, te gronde richt. De toppen die casinobaas Sam ‘Ace’ Rothstein (Robert De Niro) en gangster Nicky Santoro (Joe Pesci) beleven zijn torenhoog, de dalen die daarop volgen des te dieper.
Liefde maakt blind
Ace werkt in dienst van de maffia en als de maffiabazen geld willen verdienen in Las Vegas, lijkt hij de aangewezen persoon om hen te helpen. Samen met zijn oude jeugdvriend Nicky leidt hij het Tangiers Casino in Las Vegas.
De zaken lopen goed. Ace verdient veel geld en zijn bazen zijn meer dan tevreden. Maar dan verschijnt de knappe Ginger (Sharon Stone) in beeld. Ace valt als een blok voor de aantrekkelijke sekswerker. En zij ziet een luxeleventje met Ace wel zitten.
Afgeleid door Ginger heeft Ace steeds minder oog voor zijn werk en de maffiabazen willen meer geld zien.
Ondertussen zorgt ook Nicky voor steeds meer problemen. Hij vermoordt mensen en trekt hierdoor ongewild de aandacht van de FBI. Als Ace dan ook nog uit het casino wordt gezet, lijkt alles fout af te lopen.
Martin Scorsese
Scorsese vertelt dat bij vlagen erg gewelddadige verhaal niet alleen in beeld en dialoog, maar ook in muziek; van Bachs Matthaüs-Passion tot moderne pop. Dat maakt Casino tot een soort opera, een koningsdrama waarin hoogmoed tot een onvermijdelijke val leidt.
