Nora (Marie Leuenberger) woont met haar man en hun twee zonen in een dorp in Appenzell. De veranderende wereld dringt nauwelijks door tot dit Zwitserse dorpje waar Nora met haar gezin woont. Het is begin jaren 70 en de sociale onlusten – de studentenprotesten van 1968 bijvoorbeeld – zijn grotendeels aan haar en haar man Hans (Maximilian Simonischek) voorbijgegaan.
Die göttliche Ordnung
De mannen hebben de leiding en verdienen het geld, de vrouwen doen het huishouden. Nora verveelt zich, ze zou graag weer aan het werk gaan, maar zonder toestemming van haar man kan dat niet, dat is tegen de wet. Dat is het moment dat de activist in Nora ontwaakt. Ze sluit zich in Die göttliche Ordnung aan bij de beweging die strijdt voor vrouwenkiesrecht in Zwitserland.
Flinke achterstand
Die göttliche Ordnung gebruikt Nora’s vrij harmonieuze gezinnetje om de geschiedenis van deze strijd in beeld te brengen. Dat is een belangrijk verhaal: hoewel het laatste referendum in 1971 plaatsvond, mogen vrouwen pas sinds 1991 (!) in alle Zwitserse kantons stemmen.
Zwitserland was daarmee een van de laatste landen in Europa die aan vrouwen het recht toekende om te stemmen. Het is pijnlijk te constateren dat dit recht werd ingevoerd nadat een referendum onder het mannelijk deel van de bevolking had plaatsgevonden.