Neurochirurg Stephen Strange (Benedict Cumberbatch) is de beste in zijn vak en dat wil hij weten ook. Door die arrogantie is hij niet per se een prettig persoon, maar zolang zijn 'magische' handen levens blijven redden maalt niemand daar om. Strange zelf al helemaal niet.
Doctor Strange
Tot op een dag het noodlot toeslaat. Bij een verkeersongeval raken Stranges handen zo verminkt dat hij zijn beroep niet meer uit kan oefenen. Stephen ís zijn werk. Als hij niet kan opereren, leeft hij niet echt. Daarom grijpt hij alles aan wat er voor zou kunnen zorgen dat hij weer chirurg kan zijn, ook dingen die de keiharde wetenschapper als onzin beschouwt.
In zijn zoektocht naar genezing belandt de chirurg in een tempel in Nepal. Daar leert hij van The Ancient One (Tilda Swinton) alles over de mystieke kunsten en de magie die daarbij hoort. Eerst vindt Stephen het maar onzin en abracadabra. Tot hij begint te merken dat hij écht ineens bijzondere krachten heeft. Als superheld Doctor Strange neemt hij het op tegen de demon Dormammu.
Benedict Cumberbatch
Neurochirurg Stephen Strange is een keiharde wetenschapper die niets moet hebben van zaken als spiritualiteit en magie. Benedict Cumberbatch staat iets anders in het leven dan het personage dat hij speelt.
De acteur vertelde in een interview dat het spirituele aspect van Doctor Strange hem juist heel erg aansprak: “Ik mediteer heel veel. Dat is een belangrijke manier om mezelf te kalmeren, om weg te komen van het circus dat beroemd zijn is. Het helpt me ook een beter mens te zijn.”
