Veertig jaar na de Watersnoodramp van 1953 organiseerde de overheid de eerste landelijke herdenking. Tot die tijd werd er niet of nauwelijks gesproken over de trauma’s die de ramp teweeg had gebracht. Net als na de Tweede Wereldoorlog had men de houding van ‘schouders eronder en de boel weer opbouwen’. Je moest door, werd gezegd.
Watersnoodramp
Van psychologische hulp was weinig sprake; in de jaren 50 telde Zeeland welgeteld één psychiater. De Zeeuwen hadden te maken met stormneurose. Bij harde wind ging men zo snel mogelijk naar huis om naar kalmerende middelen te kunnen grijpen. Ze kampten met een posttraumatische stressstoornis. Er waren meer zelfmoorden dan in de rest van Nederland. In Het Water Komt vertellen ooggetuigen over de enorme gevolgen van de ramp.