Polen, begin jaren 60. De jonge, devote novice Anna (Agata Trzebuchowska) staat op het punt haar geloften af te leggen en als non toe te treden tot de katholieke kloosterorde waar ze jaren geleden als weesmeisje binnenkwam.
Ida
Voor het zover is, gaat Anna langs bij haar enige nog levende familielid: haar tante Wanda (Agata Kulesza), een zus van haar moeder. Zij, een snoeiharde communistische rechter, heeft schokkend nieuws: Anna heet eigenlijk Ida en ze is van Joodse afkomst.
Na dit nieuws wil Anna graag het graf van haar ouders bezoeken, maar – zoals Wanda haar vertelt – in de tijd dat zij overleden (tijdens de Tweede Wereldoorlog) werden Joden in Polen niet begraven. De twee vrouwen beginnen aan een tocht dwars door Polen, op zoek naar hun familiegeschiedenis.
Door een klein, persoonlijk verhaal te koppelen aan de (recente) geschiedenis van Polen maakt regisseur Pawel Pawlikowski voelbaar hoe pijnlijk die geschiedenis is. Het in prachtig zwart-wit gefilmde Ida wordt hierdoor een film over twee vrouwen die door de geschiedenis elkaar, maar vooral ook zichzelf, leren kennen.
Pawel Pawlikowski
Ida deed het goed in de bioscopen en bij recensenten. En niet alleen in Polen.
De film won tallozen prijzen, waaronder de Oscar voor beste buitenlandse film. Cameramannen Lukasz Zal en Ryszard Lenczewski kregen een nominatie voor hun prachtige zwart-witbeelden.
Dat beviel regisseur Pawel Pawlikowski wel. Hij draaide zijn volgende film, Cold War, ook helemaal in zwart-wit.