In het tweede deel van dit drieluik van de Keuringsdienst van waarde over het fokken van dieren, draait het om de dikbil. Een op het oog enorm gespierde stier, maar de Keuringsdienst wil weten waarom deze runderen zo gespierd zijn. Deze krachtpatsers hoeven immers geen zwaar werk te verrichten. Wat blijkt: de spieren komen niet door inspanning, maar door een genetische fout, waarop rassen op deze erfelijke afwijking zijn doorgefokt.
Dikbilkeizersnede
De dikbil doet dus niks met zijn spieren, maar veel spiermassa zorgt wel voor mager en mals vlees - precies wat de mens graag wil eten. Omdat de runderen vanwege het doorfokken zo groot en gespierd zijn, is een natuurlijke bevalling niet meer mogelijk. Bij iedere geboorte van een dikbil is een keizersnede nodig.