Op 25 februari 1941 vond het enige massale, openlijke protest tegen de Jodenvervolging in Europa plaats in Amsterdam: de Februaristaking.
Al in de eerste oorlogswinter, 1940-1941, kwam het tot opstootjes tussen Nederlanders en de Duitse bezetter. Na de dood van een NSB'er en een vechtpartij in een Joodse ijssalon was de maat vol voor de nazi's. Op 22 en 23 februari hielden ze de eerste grote razzia's onder Joodse Amsterdammers. Ruim vierhonderd Joodse mannen werden opgepakt en afgevoerd naar concentratiekampen.
Communistische Partij
De illegale Communistische Partij Nederland riep op tot staken. Op de vroege ochtend van 25 februari 1941 bleven trams stilstaan. Dit was het begin van de Februaristaking, nu 75 jaar geleden. Om 16.00 uur is er een rechtstreeks verslag van de herdenking bij De Dokwerker in Amsterdam. Op NPO 2 wordt er om 20.30 uur teruggeblikt met reportages en een interview met burgemeester Van der Laan.
15 miljoen gulden
Achteraf gezien is de Februaristaking het enige openlijke en massale protest tegen de anti-Joodse maatregelen van de nazi's in bezet Europa geweest. Na het stilstaan van de trams breidde de staking zich als een olievlek uit over de stad: arbeiders in veel verschillende bedrijven legden het werk neer. De staking sloeg ook over naar Zaandam, Haarlem, Hilversum, Weesp en Utrecht. Met veel geweld maakten de Duitsers na twee dagen een einde aan de staking. Hierbij vielen negen gewonden en 24 zwaargewonden. Amsterdam kreeg een hoge boete opgelegd en moest 15 miljoen gulden aan de Duitsers betalen.