De Storm volgt de Zeeuwse boerendochter Julia (Sylvia Hoeks). Tijdens de Watersnoodramp raakt ze haar baby kwijt. Terwijl de Zeeuwen het water ontvluchten gaat Julia terug naar het rampgebied. Marinier Aldo (Barry Atsma) helpt haar bij de zoektocht naar haar kind.
De Storm
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 werd Nederland getroffen door een zware noordwesterstorm. De harde wind zorgde er in combinatie met het springtij voor dat een groot deel van het zuidwesten van Nederland onder water kwam te staan.
De watersnood van 1953 is de grootste natuurramp uit de Nederlandse geschiedenis en zou de aanleiding vormen voor de aanleg van de Deltawerken.
Ruim vijftig jaar na dato verscheen er met De Storm een film over deze ramp. Het epos was een flinke productie qua budget en special effects – in België zetten de makers zelfs een hele polder onder water.
Marjolein Beumer en Rik Launspach werkten tien jaar lang aan het scenario, tot er genoeg geld beschikbaar was om de ramp geloofwaardig in beeld te brengen. Naast de effecten legt regisseur Ben Sombogaart (De tweeling, Bride Flight) de nadruk op een sfeervol tijdsbeeld.
Sylvia Hoeks
De hoofdrolspelers moesten het nodige trotseren. Sylvia Hoeks en Barry Atsma brachten uren door in ijskoud water.
Over de opnames vertelde Hoeks in een interview: “Je voelt de kou in je handen en je hoofd branden, je bent dan helemaal verlamd. Stel je voor dat je daar ligt in je ondergoed, en je kan jezelf niet meer redden, dat voelt heel naar. Echt bang was ik niet, want wij hadden duikers om ons heen.”