Voor het eerst sinds bijna een halve eeuw doet er weer een Nederlandse kunstrijdster mee aan de Olympische Winterspelen. De net zeventien jaar geworden Lindsay van Zundert treedt vandaag in de voetsporen van Sjoukje Dijkstra, Joan Haanappel en Dianne de Leeuw, die in 1976 als laatste Nederland vertegenwoordigde. Met een knappe zestiende plaats op het WK van vorig jaar plaatste Van Zundert zich voor Peking. Als jongste Nederlandse olympische deelnemer droeg ze - samen met schaatser Kjeld Nuis - de vlag tijdens de openingsceremonie. Nu mag ze in de korte kür aan de bak: deze duurt maximaal 2 minuten en 40 seconden en dient een aantal sprongen en pirouettes te bevatten. De beste 24 schaatsers plaatsen zich voor de finale: de vrije kür staat overmorgen op het programma.
Lindsay van Zundert
De generale repetitie voor de Olympische Winterspelen liep vorige maand tijdens het EK in Tallinn uit op een deceptie. Van Zundert verknalde de korte kür en werd slechts 27e, waardoor ze niet de vrije kür mocht rijden. “Ik wilde gewoon beter presteren, maar het kwam er niet uit”, vertelde ze in tranen tegen de NOS. “Al die media en tv-uitzendingen en iedereen die op je afkomt... mijn hoofd ontplofte. En op zo'n belangrijk moment moet je je hoofd er wel bij hebben.” Volgens haar trainer Carine Herrygers was dit een goede les: “De focus moet vanaf nu liggen op het schaatsen en wat minder op de dingen eromheen.”