Alles draait om brute kracht in het leven van baansprinters Jeffrey Hoogland, Harrie Lavreysen en Roy van den Berg. Ze duwen gewichten tot 280 kilogram en trappen zo hard dat hun fiets soms letterlijk doormidden breekt. Het verbaast dus niet dat ze dinsdagmiddag favoriet zijn voor goud op de wielerbaan van Tokio. Het moet dan gebeuren in drie razendsnelle rondjes, na elke ronde haakt een renner af.
Nederland werd vorig jaar al wereldkampioen op de teamsprint met ruim een seconde voorsprong op het Britse team, van oudsher de grote rivaal. En dus hebben de Nederlanders zelfvertrouwen te over. “Tegenstanders kunnen doen wat ze willen”, zei Hoogland in het AD. “Ons standaardniveau in trainingen is zo hoog, daar kunnen ze in andere landen alleen maar van dromen.”