Het huis van Ingrids vriend Frits, met wie ze een samengesteld gezin vormt, is zo goed als onbewoonbaar. En dat terwijl de zoons van Frits er al twaalf jaar lang elk weekend logeren. Zo kan het niet langer, vindt Ingrid.
Als Ingrid de redactie van
Help, mijn man is klusser een mail stuurt, schrijft ze dat het huis van haar vriend Frits zo goed als onbewoonbaar is. “Nu geloof ik je”, zegt John Williams wanneer hij de woning voor het eerst binnenkomt. Het is dan ook niet voor niets dat Ingrid de hulp van John en zijn klusteam heeft ingeschakeld. Frits, met wie ze sinds hun relatie een samengesteld gezin vormt, kocht het huis ruim tien jaar geleden om er een paleisje van te maken. John ontdekt tijdens de rondleiding dat de woning meer van een ruïne wegheeft. Er is geen keuken en geen badkamer. Het toilet is niet aangesloten op het riool en er is slechts één kraan. En dat terwijl ook de kinderen van Frits hier elk weekend logeren. Ingrid vindt dat het zo niet langer meer kan.