In RoboCop loopt het met de criminaliteit in de stad Detroit behoorlijk de spuigaten uit. De politie kan het niet meer aan, maar het megalomane beveiligingsbedrijf OmniCorp weet wel een oplossing: politierobots.
RoboCop
Die experimenten lopen nou niet bepaald op rolletjes: het ene na het andere prototype wordt afgekeurd wegens 'te gewelddadig'.
Pas als een OmniCorp-wetenschapper het lumineuze idee krijgt om het lichaam van een neergeschoten agent als basis te gebruiken voor zo'n politierobot, komt daar verandering in. RoboCop is een schot in de roos.
Dat de agent in kwestie, Alex Murphy (Peter Weller), een van de laatste eerlijke smerissen van Detroit was, zou daar zomaar eens mee te maken kunnen hebben. Zeker omdat de geest van Murphy nu in een supersterk, onkwetsbaar robotlijf gegoten zit.
Paul Verhoeven
Het had niet veel gescheeld of Verhoeven had RoboCop nooit gemaakt. Voor hij het script voor de film in handen kreeg had al een hele rits grote regisseurs het script afgewezen.
Ook Verhoeven was niet onder de indruk. Al na een paar pagina's was hij het beu, simpelweg omdat hij het niet zag zitten om een doorsnee-actiefilm te maken.
Pas toen zijn vrouw, die wel het hele script had gelezen, hem erop wees dat er veel meer in zat dan hersenloze actie, besloot Verhoeven RoboCop toch te regisseren. Het werd zijn grote doorbraak in Hollywood.