In 1939 verlaat de Oostenrijkse nazisympathisant Heinrich Harrer (Brad Pitt) zijn hoogzwangere vrouw om te gaan bergbeklimmen in de Himalaya. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, belanden Harren en de expeditieleider in een Brits-Indisch krijgsgevangenenkamp. Na een riskante ontsnapping kunnen de twee maar één kant op: omhoog.
Seven Years in Tibet
Zo komen ze terecht in Tibet, een (toen) voor buitenlanders volstrekt ontoegankelijk gebied. Na omzwervingen van twee jaar door het steenkoude en onbegaanbare hooggebergte, bereiken ze de verboden stad Lhasa.
Tijdens zijn Seven Years in Tibet maakt Harrer kennis met de nog piepjonge dalai lama. Het klikt bijzonder goed tussen de hoogblonde, bergbeklimmende Oostenrijker en de (toekomstige) geestelijk leider. Harrer schopt het zelfs tot mentor van de mini-dalai lama.
De kleine jongen leert van Harrer over aardse zaken en de westerse wereld. Harrer op zijn beurt leert van de dalai lama over de boeddhistische leer en over het grenzeloze respect voor alles wat leeft.
Brad Pitt
Toch is Seven Years In Tibet geen film met een moraliserende boodschap geworden; de film geeft inzicht in de Tibetaanse cultuur en vertelt daarnaast het waargebeurde verhaal van de inmiddels beroemde Oostenrijker.
Het 'Oostenrijkse' accent van Brad Pitt doet je af en toe de wenkbrauwen fronsen, maar afgezien daarvan zijn de film en alle prachtige beelden beslist de moeite van het kijken waard. Daar was de Chinese regering het overigens niet helemaal mee eens: Brad Pitt is sinds het verschijnen van de film niet meer welkom in China.