Robert van Langh neemt de zakjes mee naar Hamburg, waar een deeltjesversneller uitsluitsel moet geven. Van Langh legt uit: “Voor de negentiende eeuw, toen de verftube nog niet bestond, werd lijnolie gemengd met pigment. Deze verf werd in een zakje van varkensdarm bewaard. Zo kon de zuurstof er niet bij en bleef de verf zacht. Er is weinig materiaal van Rembrandt bewaard gebleven. In het Rembrandthuis in Amsterdam zijn wel wat spullen die hij naar alle waarschijnlijkheid in zijn handen heeft gehad. Het zou uitzonderlijk zijn als zijn verf bewaard is gebleven.”