De zomer van 1935 is een turbulente periode voor Albert Plesman (Daan Schuurmans). De oprichter van KLM ziet in Vliegende Hollanders in amper een week tijd drie van zijn toestellen crashen. Een van de neergestorte vliegtuigen is de Kwikstaart, een Fokker-toestel dat net na de start bij Schiphol crasht en in brand vliegt.
Dieptepunt voor kemphanen
In de media maken Plesman en Anthony Fokker (Fedja van Huêt) hierover openlijk ruzie. Ze willen geen gezichtsverlies lijden en geven elkaar de schuld. De relatie tussen de kemphanen bereikt vervolgens een dieptepunt, wanneer Plesman een persoonlijk drama moet verwerken. Tegelijkertijd heeft vliegtuigbouwer Fokker zijn rivaal ook nodig: hij probeert op alle mogelijke manieren Plesman te overtuigen nieuwe vliegtuigen bij hem te bestellen.