De uitwerking van film kan levensveranderend zijn. Zoals in het Oscarwinnende drama Cinema Paradiso.
Cinema Paradiso
De film opent met de succesvolle regisseur Salvatore Di Vita (Jacques Perrin). Hij komt vanuit Rome naar zijn geboortedorp om een begrafenis bij te wonen. Het is de begrafenis van de oude Alfredo. Salvatore kent hem al van toen hij nog maar een klein jongetje was en Alfredo (Philippe Noiret) de uitbater was van de plaatselijke bioscoop (lees: de dorpskerk).
De kleine Toto krijgt thuis weinig liefde. Die liefde vindt hij wel in de films die Alfredo in de kerk vertoont. Hun gedeelde passie voor cinema brengt de oude Alfredo en de kleine Toto bij elkaar. Toto gaat Alfredo als een soort vader zien; cinema is zijn moeder.
Dat maakt Cinema Paradiso tot een prachtige ode aan de film en aan (de hoogtijdagen van) de bioscoop.
Philippe Noiret
De band tussen Alfredo en Toto is hartverwarmend. Dat hun connectie goed overkomt is best knap, want Philippe Noiret sprak niet dezelfde taal als de acteurs die Salvatore op verschillende leeftijden vertolken.
Noiret was een gevierd Franse acteur en sprak geen Italiaans. Hij sprak zijn tekst daarom in zijn moedertaal op de set van Cinema Paradiso en werd later nagesynchroniseerd in het Italiaans.