Met sport is het als met werken. Je doet eraan of je kijkt ernaar. Maar hou op met er zoveel over of doorheen te praten!
Bij een voetbalwedstrijd van 2x 45 minuten ontkom je niet aan een drie kwartier durende voor- en nabeschouwing. Veelal gevuld met onafgebroken gezwets van de presentatoren en 'deskundigen'.
Het meest irritante aan al dat hypothetische gewauwel over voetbal of - nog erger -- schaatsen, is nog wel dat eindeloos terugkijken naar 'in het verleden behaalde resultaten'.
Een impressie:
"Daar start Pietje, in 2005 winnaar op de 500 meter, al kwam hij op de Spelen niet verder dan een achtste plaats, maar dit moet zijn jaar worden. Hij start naast Gerritje, de regerend kampioen, die nu maar niet verder komt dan brons, dus daar liggen kansen. Maar of ze mentaal sterk genoeg zijn om de verwachtingen waar te maken, is de vraag. Ze zijn nu bij de eerste bocht na een vervelende start van Gerritje in de binnenbaan. Als dat maar goed gaat... Ja kijk, daar heb je het al; Flip, vorig jaar netjes zesde met een baanrecord van x minuten en y seconden, drukt daar toch mooi Karel van de baan. Karel, die de hele zomer heeft getraind in zalencomplex "Het Pompje" van trainer Manke Nelis.... bla bla, blurp, blurp-"
Oh, u bent er nog?
Ik heb tegen die tijd allang gezapt (of op zijn minst het geluid uitgezet). Het is tijd dat programmamakers en commentatoren beseffen dat niemand zin heeft in dat slappe geouwehoer.
Want hoe belangrijk die sportpraters hun mening ook vinden, ik kijk liever naar waar het bij wedstrijden écht om gaat: sportprestaties.
AlfNo.