In de jaren zestig voerde een Amerikaanse schooljuf een later beroemd geworden racisme-experiment uit. BNN doet het nog eens dunnetjes over.
De dag na de moord op Martin Luther King (4 april 1968) verdeelde de Amerikaanse lerares Jane Elliott haar klas in blauw- en bruinogige kinderen. Elliott vertelde haar leerlingen dat kinderen met blauwe ogen beter en slimmer waren dan hun leeftijdsgenoten met bruine kijkers. Ze mochten voor in het lokaal zitten en kregen langer pauze, terwijl de bruinogigen werden achtergesteld. En dat deed wat met de groep.
Rollen omdraaien
De voorgetrokken kinderen begonnen zich superieur te gedragen. Na het weekend zei juf Elliott dat ze zich had vergist en draaide ze de rollen om. Dat leidde tot een opmerkelijke reactie. Nu gedroeg de voorgetrokken groep zich een stuk minder superieur.
Nietsvermoedende jongeren
BNN herhaalt dit beroemde experiment met een groep nietsvermoedende jongeren. Nu wordt het experiment uitgevoerd door Seyda Buurman-Kutsal, zelf jarenlang getraind door Elliot. Achter de schermen kijkt Sophie Hilbrand mee met deskundigen Steven Pont en Irene Verwey.
Sophie Hilbrand
Sophie Hilbrand: ‘Het Grote Racisme Experiment maakt het sluimerende proces van racisme inzichtelijk en invoelbaar. Hoe is het om puur op uiterlijk veroordeeld te worden? Het is goed je daar bewust van te zijn. De hele Zwarte Pieten-discussie maakt duidelijk dat racisme in onze samenleving aan de orde van de dag is; zodra een donkere Nederlander kritiek uit op een oer-Hollands feest dan is hij in de ogen van een groep Nederlanders meteen ‘die buitenlander’ die ‘terug moet naar zijn eigen land’, in plaats van een Nederlander die ergens kritiek op heeft. Op zo’n moment wordt het wij-zij-gevoel weer ontzettend blootgelegd. ’