De ene helft van Nederland vindt het prachtig, de andere is niet overtuigd. Een Songfestivalliedje maakte zelden zo veel los als dat van Ilse DeLange en Waylon, The Common Linnets. Deze week staan ze in de halve finale.
Zijn jullie grote Songfestivalfans?
Ilse: "Jazeker. Wij keken altijd met de hele familie, vaste prik. Zoals het vroeger ging, met zo’n heel orkest erbij en alle grandeur, dat sprak mij enorm aan. Daarna, toen het steeds meer om de show ging, is mijn interesse iets afgenomen.”
Waylon: "Vroeger keken we altijd met het gezin, en ook ik ben de afgelopen tien jaar een beetje afgehaakt. Ik werd
treurig van wat ik zag. Maar het Songfestival zoals het ooit bedoeld was, vind ik wel heel leuk. En dan vooral de mooie liedjes luisteren. Het wedstrijdelement boeit mij niet zo.”
Wat zijn jullie favoriete Songfestvalliedjes?
Ilse: "Rock ’n roll kids van de Ieren Paul Harrington & Charlie McGettigan uit 1994. Twee mannen achter een piano, totaal geen opsmuk, een ambachtelijk mooi liedje met een kop en een staart.”
Waylon: "Op de een of andere manier, en dat is misschien heel raar en totaal niet rock-’n-roll, krijg ik altijd een brok in m’n keel van Ein bisschen Frieden (Nicole, 1982) Dat vind ik zo’n mooi, lief liedje. En het is ook waar: alles wat ze zingt is waar! What’s another year van Johnny Logan vind ik ook prachtig.”
Er is best veel kritiek geweest op jullie Calm after the storm. Trekken jullie je die aan?
Ilse: "Die kritiek lag totaal in de lijn der verwachting. Wat dat betreft zijn we als land zo voorspelbaar.”
Waylon: "Er gaat geen jaar voorbij of er is discussie over het Songfestivalliedje. Ik denk eerlijk gezegd dat we als land ontzettend blij mogen zijn met dit liedje.”
Ilse: "Ik vind het mooi dat je dat zegt, maar iedereen moet er maar van vinden wat-ie vindt.”
Waylon: "Typisch Nederlands om lekker te zeiken. Dat kunnen we goed met z’n allen.”
Ilse: "Maar er zijn ook veel mensen superpositief. Het is nu al het meest spraakmakende liedje van het jaar. De ene helft vindt het prachtig en de andere helft verschrikkelijk.”
Waylon: "Laat maar lullen.”
Gaan jullie er nog een uithaal in flansen om de mensen tevreden te houden?
Ilse: "Haha, nee dat gaan we niet doen.”
En tien Chippendales als achtergronddansers?
Waylon: "Hallo, ik ben zelf in training, we hebben geen Chippendales nodig.”
Ilse: "We zoeken de kracht in de eenvoud.”
Voelen jullie veel druk om te presteren?
Waylon: "Het klinkt misschien weeïg, maar ik krijg altijd een soort trots gevoel. Ik vind het te gek dat ik m’n land mag
vertegenwoordigen. Die zin alleen al klinkt tof. En dan kijken er ook nog eens 150 miljoen mensen naar ons. Iedere artiest die zegt dat-ie dat niet wil, liegt!”
Ilse: "150 miljoen?”
Met welke uitkomst zijn jullie tevreden?
Waylon: "Elke uitkomst. Tuurlijk wil je winnen, maar ik ben niet teleurgesteld als we er in de eerste ronde uitvliegen. Ik weet dat we iets gaan neerzetten waar we gelukkig mee zijn en waar ons hart in ligt. En als ik dan over tien of twintig jaar naar dit optreden kijk, dan wil ik trots zijn. En niet denken: had ik het maar zo gedaan.”
Ilse: "Maar we hebben wel een winnaarsmentaliteit. We gaan ervoor en we zullen er alles aan doen.”
Waylon: "Winnen is leuk, omdat je je land vertegenwoordigt. Nederland dat wint, dat zou geweldig zijn.”
Ilse: "We gaan hoe dan ook ons stinkende best doen. En vergeet niet: Teach-In (winnaar in 1975 met Ding-a-Dong) kwam ook
uit Twente.”